EER 'Waarom een winterstop? Het is schitterend weer!' Hij kon het niet geloven. De hele maand november had het geregend. Alle wedstrijden waren afgelast. De plassen hadden op straat gestaan, onderweg naar school. Plassen zo diep dat je er niet eens doorheen durfde te fietsen. Hij had van zijn moeder dat lelijke gele regenpak moeten dragen en thuis had de brandweer zelfs de kelder leeg moeten pompen. Het parkje was veranderd in een onbegaanbare modderpoel waar het onmogelijk was geweest om te voetballen. Dfe competitie was weken stilgelegd. Terecht, dat begreep hij. Maar de regen i||as gestopt, de plassen waren verdwenen «n de gure noordwesterstorm had plaatsgema^voor een zachte bijna-lente in december: lifchitterend weer. In het parkje werd weer volop gespeeld en iedereen keek uit naar de eerstvolgende wedstrijd. Maar nee, uitgerekend nu kwam de winterstop. Begrepen ze er bij de bond dan helemaal niets van? Mooier weer om te voetballen bestond niet. Vorig jaar rond deze tijd had het gevroren. Echt gevroren. Een ijzige kou trok toen door de ranglijsten. De velden lagen onder een dikke laag bevroren sneeuw. Hij en Henk-Jan hadden nog geprobeerd een balletje te trappen in het park. Eigenlijk voetbalde hij nooit met Henk- Jan, maar er was niemand anders in de buurt. Henk-Jan kon er niet veel van, maar durfde niet goed 'nee' te zeggen. Allebei in korte broek en op kicksen trotseerden ze de vrieskou. Henk-Jan had zelf voorgesteld om te gaan keepen. Bij het eerste schot op doel was die sukkel als een zak aardappelen V OEr&ALVERHAAL door Rick de Leeuw foto's Yvonne Witte neergegaan en verkeerd terechtgekomen. Hij had de bal niet eens gestopt, 1-0. Drie weken moest Henk-Jan thuis op de bank liggen, met natte doeken op zijn hoofd. Hij was nog een keer bij hem langsgegaan. Met een zak snoep die ze samen hadden leeggegeten. Oké, toen hadden ze gelijk gehad. Maar nu? De velden lagen er prachtig bij. 'Tja jongens, er zijn nu eenmaal ook mensen die op vakantie willen, met de kerst,' legde de trainer uit. Zo te horen vond hij het ook achterlijk. Op vakantie, midden in het seizoen. 'Zelfs Ajax heeft een winterstop,' probeerde de trainer het nog een maal. 'Maar Ajax voetbalt toevallig wel gewoon door als het een beetje regent,' schamperde Hein. De trainer keek op zijn horloge. 'Als we nog iets willen doen vandaag moeten we nu beginnen,' zei hij kortaf. 'Zeven koppels, elk een bal en opstellen in een rij op de achterlijn. Snel, snel, snel!' Na de training reden Hein en hij zwijgend naar zijn huis. Er was niemand huis, maar het touwtje hing uit de brievenbus. Ze dronken in de keuken een slok Sisi uit de fles en gingen naar boven. De training was leuk geweest. Veel oefeningen met de bal en het afsluitende partijtje hadden ze overtuigend gewonnen. Hein en hij zaten altijd in hetzelfde team. Op training, in het park, op school. Altijd zochten ze elkaar op. Hun samenspel ging er zienderogen op vooruit. Keizer en Cruijff, Hein en hij. Koppels voor het leven. 'Kunnen we niet een brief aan de bond schrijven?' 'Die luisteren nogal naar voetballers, zelfs naar Cruijff luisteren ze niet,' zei hij fel. 'Dan zullen ze van ons zeker wel iets aannemen...' 'Maar zoiets kan toch niet? We moeten iets doen. In het belang van het elftal, de club, het Nederlandse voetbal!' Ze moesten iets bedenken. Een bij-mooi- weer-doorspelen-tijdens-de-winterstop- competitie. Voor jongens zoals zij, die niet op vakantie wilden omdat er gevoetbald kon worden. Omdat er gevoetbald moest worden! Misschien wel buurt tegen buurt. Hein 222 AJAX MAGAZINE JANUARI 1999

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 222