Kampioenen aller landen
KATERN
allerhoogste prijs: het
wereldkampioenschap, met Brazilië. Hij
gaf in 1995 een riant salaris bij het
Italiaanse Fiorentina op om, zo was het
plan, bij Ajax wéér wereldkampioen, nu
bij de clubs, te worden. Een blessure hield
Santos in Tokio echter aan de kant, en
ook nadat hij hersteld was hield de
lijdensweg niet op. Wederzijds onbegrip
tussen Santos en Ajax dreef de twee
wereldkampioenen uit elkaar.
In de laatste twee wedstrijden die Santos
in het Ajax-shirt zou spelen kreeg hij de
rode kaart. Eerst in een duel van Ajax 2
tegen Sparta 2 en op 22 december 1996
met Ajax 1 tegen PSV. Die laatste kaart
viel negentien seconden nadat Santos als
invaller (met rugnummer 13...) in het veld
was gekomen.
Eén buitenlander behaalde zowel met zijn
oude club IFK Göteborg als Ajax dezelfde
hoofdprijs: de UEFA-Cup winnaars van
1987 en 1992 hadden dezelfde spits, Stefan
Pettersson.
Tijjani Babangida werd in augustus 1996 aan
het Ajax-publiek voorgesteld als olympisch
kampioen. Met Nigeria had de kersverse
Ajacied, afkomstig van Roda JC, in Atlanta kort
tevoren goud gewonnen.
versneld woningen aangeboden, vooral in
Diemen. Aankopen wonen soms bij elkaar
in de straat, zodat ze in ieder geval niet in
een isolement komen. Op die manier
groeiden de Tobias Asserlaan en
(tegenwoordig) Hermelijnvlinder in
Diemen uit tot 'Ajax-straten'.
Ikey Waas van de studie- en
begeleidingscommissie van Ajax ontfermt
zich sinds het begin van dit seizoen
fulltime over de (buitenlandse) aankopen.
Daarvoor gebeurde de begeleiding op ad-
hocbasis. Waas deed wel eens wat, David
Endt hielp spelers, Gerard Holsheimer was
behulpzaam, maar er was geen vast
aanspreekpunt. Dat was volgens Waas hard
nodig. 'De sociaal-maatschappelijke
begeleiding is van net zo'n wezenlijk
belang als de sportieve kant. Scandinaviërs
redden zich meestal wel, maar spelers uit
Georgië, Brazilië of Costa Rica moeten
geholpen worden. Zeker als ze hier
helemaal alleen naar toekomen. Het
grootste probleem is het heimwee; ook
moeilijk is het omgaan met de vrije tijd.
Sommigen gaan als ze thuiskomen van de
training slapen. Dat is niks. Dani kocht na
zijn komst meteen een groot poolbiljart,
maar hij en zijn vrienden lieten de keus zo
op de grond vallen. De buren werden er
gek van.'
Waas vindt het belangrijk dat de jonge
aankopen vrienden of kennissen om zich
heen hebben. Tenminste, de juiste
vrienden. Waas: 'Froylan Ledezma is
volledig de mist in gegaan. Hij wilde niet in
een gastgezin wonen, maar op zichzelf. Dat
hadden we nooit moeten toestaan. Hij kon
de vrijheid niet aan. Sinds kort hebben we
hem weer in de klauwen. Hij heeft nu een
gastgezin op afstand, zeg maar. 's Ochtends
wordt hij bijvoorbeeld wakker gebeld.'
Het gebrek aan discipline buiten het veld is
voor enkelen een serieus probleem, erkent
Waas. 'Zitten ze op taalles, maar bellen ze
met de meest flauwe smoesjes af. Spelers
zouden contractueel verplicht moeten
worden gesteld om taalles te volgen. Dat
moet bij hun voetbalvak horen, net als het
trainen. Het begin bij Ajax is voor een
buitenlandse speler van cruciaal belang.
Dan moeten ze goed opgevangen worden.
Er zijn er echter die de meest waanzinnige
eisen hebben op huizengebied, waar niet
meteen aan voldaan kan worden. Met als
gevolg dat ze dan maar langer in een hotel
blijven zitten, wat Ajax weer handenvol
geld kost. Anderen laten zich door hun
begeleider een gemeubileerd huurhuis
aansmeren, dat zesduizend gulden in de
maand kost, terwijl ze veel beter een huis
hadden kunnen kopen; hebben ze de helft
minder vaste lasten per maand.'
Het omgaan met het vele geld dat de
aankopen verdienen vormt een probleem,
erkent Waas. 'Ze komen vaak uit een arme
omgeving en verdienen hier ineens pakken
met geld. Kopen ze een ijskast van
tienduizend gulden waar de ijsklontjes
De status van veel Ajacieden uit den vreemde is bij hun komst bescheiden. Slechts
zeven spelers kwamen met een grote internationale prijs in hun bagage naar
Amsterdam. De eerste was de Hongaar Zoltan Varga, die in 1964 olympisch kampioen
was geworden (overigens vluchtte Varga vier jaar later, bij de volgende Olympische
spelen, naar het westen, waar hij als statenloze burger zou gaan spelen).
Tijjani Babangida droeg in augustus 1996
bij de Open dag in het Ajax-stadion een
gouden olympische medaille, een paar
dagen daarvoor behaald in Atlanta. Een
andere gouden ploeggenoot, Sunday
Oliseh, voegde zich een jaar later bij Ajax.
De Denen Henning lensen (UEFA Cup
met Borussia Mönchengladbach in 1975
en Michael Laudrup (Europa Cup 1 met
Barcelona in 1992) kwamen ook niet met
lege handen naar Amsterdam.
Marcio Santos veroverde in 1994 de
Foto: Louis van de Vuurst
AJAX MAGAZINE JANUARI 1999