Een buitenlander te veel
KATERN
kopen. Vasovic, bij zijn afscheid in 1971:
'Toen ik dat geschenk aanbood, zag ik ze
denken: waarom doet hij dat, wil hij nog
meer geld? Zo was het niet. Ik vond dat je
na goed verlopen onderhandelingen best
tot uiting mag brengen dat je tevreden
bent.'
Vasovic was de vierde buitenlandse speler
die Ajax aantrok. De Joegoslaaf Bobo Sal
kwam in 1957 echter niet verder dan een
voorcontract en een enkele oefenwedstrijd.
De aanvaller Ken Taylor speelde tussen
1948 en 1950 wél enkele duels in Ajax 1,
maar de Brit woonde reeds in Nederland.
Dat gold in 1958 ook voor de Joegoslaaf
Bozo Broketa, de eerste betaalde
buitenlander in Ajax 1. Ook Broketa was
niet erg succesvol. Hij speelde slechts in
enkele duels mee en hoewel technisch goed
onderlegd, was hij tevens erg traag. Daar
had zijn leeftijd (36 jaar!) zeker mee te
maken, maar ook de Slavische manier van
voetballen speelde daar een rol in. Die was
en is nogal statisch, zeker in vergelijking
met het dynamische spel van Ajax. Later
kregen spelers als de statenloze Hongaar
Zoltan Varga (1973-1974) en de
Oostenrijker Felix Gasselich (1983-1985)
ook met dit verschil te maken. Beide
voetballers waren uitstekende technici die
gewend waren aan een leidende positie in i
De Joegoslaaf Velibor
Vasovic speelde in drie
Europa-Cup-1 -finales.
Pas zijn derde wist hij
te winnen, in 1971
met Ajax tegen
Panathinaikos. De
libero was de eerste
succesvolle
buitenlandse aankoop
van Ajax.
inn pooi
Foto: Frans Hemelrijk
Tot in 1996, toen het Bosman-arrest de voetbalwereld op zijn kop
zette, gold in Nederland de regel dat bij een officiële wedstrijd op
zijn hoogst twee buitenlandse spelers tegelijk in het veld mochten
staan. Pas als zo'n speler twee jaar of langer in Nederland actief
was gold hij als 'voetbal-Nederlander'. Een regel waar zeker in de
jaren zestig en zeventig mee viel te leven, aangezien de meeste
clubs toch al niet meer buitenlanders onder contract hadden
staan.
In de selectie voor het seizoen 1977-1978 telde Ajax drie
buitenlandse spelers: de Denen Frank Arnesen en Soren Lerby en
de West-Duitser Peter Lübeke. Op 21 augustus 1977, tijdens
FC Utrecht - Ajax, verving Ajax-coach Tomaslav Ivic vlak na het
begin van de tweede helft Hans Erkens voor Lübeke. Op dat
moment had Ajax drie buitenlanders binnen de lijnen en was het
in overtreding. Ajax-vicevoorzitter Dick Boering snelde naar de
dug-out om Ivic op zijn fout te wijzen. Die haalde binnen twee
minuten Soren Lerby naar de kant voor Geert Meijer.
Na het duel waste Ivic zijn handen in onschuld: 'Ik wilde Lerby
vervangen, maar pas toen Lübeke erin stond zag ik dat Lerby ook
nog speelde. Vanuit de dug-out heb ik Erkens het veld niet zien
afgaan, je zit daar in een nogal ongunstige positie.'
Ajax-voorzitter Jaap van Praag erkende dat Ajax in de fout was
gegaan, maar vond dat de wissel geen enkele invloed op de uitslag
had gehad. Een discutabele opmerking, aangezien Meijer 1-1
scoorde en aan de basis stond van de winnende treffer van
Schoenaker (1-2). Saillant detail: op het ruilformulier vulde Ajax
na afloop de wissels Lübeke/Lerby en Meijer/Erkens in. Deze
administratieve fraude leverde Ajax een boete op van 2,50.
De KNVB liet het bij een geldstraf. Alléén als de uitslag aan het
eind van het seizoen medebepalend voor de rangschikking zou
zijn, zouden die twee minuten worden overgespeeld. Dat bleek
niet nodig: PSV werd kampioen.
AJAX MAGAZINE JANUARI 1999
177