Gemengde
gevoelens
Tot 1973 heb ik in Amsterdam gewoond. Geboren en getogen in
de Bos en Lommerbuurt in Amsterdam-West. Vanaf de vierde
verdieping in onze straat keken wij recht op een pleintje. Op de
blinde muur naast de herenkapperszaak was met witte kalk een
doel geschilderd, en net als de meeste doelen in mijn buurt, was
het midden verfraaid met de letters AJAX. Na mijn middelbare
school kwam ik terecht bij de Rijkspostspaarbank in de Van
Baerlestraat en wat ruimer in het zakgeld. Met een collega reisde ik
elke veertien dagen met de Ajax-expres het land door. Ook het
elftal ging toen nog met de trein. Suurbier, Keizer, Cruijff en
Vasovic in de eerste, en wij in de tweede klas. Hopend op een knik
of een 'hallo' van een speler, als die langs ons kwam op weg naar
het restauratierijtuig. In Enschede, Maastricht of Groningen liepen
we met rood-witte petten op, van het station naar het stadion, in
de vaste overtuiging dat onze idolen die boeren wel even zouden
inmaken. Je was Amsterdammer dus was je Ajax.
Vanwege mijn werk bij NOS-Langs de Lijn verhuisde ik uit
Amsterdam. De gang naar de Meer zat er niet meer zo in. De
meeste zondagen had ik mijn werk in de studio in Hilversum, en
Ajax kwam slechts nog op doordeweekse dagen echt aan bod. Al
snel probeerde mijn baas me te leren, dat een redacteur bij de NOS
geen voorkeur had. Ik was journalist en moest me als journalist
opstellen. Het bleek een onvervulbaar verlangen. Je leert een krolse
kat sneller hoofdrekenen dan een geboren Amsterdammer
neutraliteit. In de studio werd steevast het binnenkomende tv-
signaal van het interne net op Ajax geschakeld, en stond ik als
'neutraal' redacteur schouder aan schouder met portiers en
technici naar de wedstrijden van mijn club te kijken. Door het
dolle bij de verovering van de Europa Cup 2 in Athene, juichend
bij de winst van de UEFA Cup en ontroerd bij de prijsuitreiking
van de Champions League. Onze jongens: Van der Sar, Kluivert,
Rijkaard, Davids, Seedorf, Overmars en al die andere echte
Ajacieden. De meesten kwamen uit Amsterdam, net als ik.
belastingklimaten, en grote commerciële tv-stations, de sport
uiteindelijk zullen beheersen. Marco van Basten, Frank Rijkaard,
Patrick Kluivert, Edgar Davids, Clarence Seedorf, Marc Overmars,
Dennis Bergkamp en binnenkort de tweeling De Boer zijn vanwege
oneigenlijke concurrentie niet meer in Nederland te houden.
In de loop der jaren ben ik bij de NOS door een soort vacuüm
omhooggezogen. Ik ben nu Hoofd Sportprogramma's Radio, en
dus ook de baas van Langs de Lijn. In mijn huidige functie
beantwoord ik brieven van fanatieke Feyenoord-supporters die
beweren, dat onze verslaggevers te veel Ajacieden zijn. Ik ontken
dat ten stelligste. Net zoals ik Ajax-fans vertel, dat NOS-
verslaggevers geen voorkeur voor Rotterdamse clubs hebben.
Helaas lieg ik er tegenwoordig geen woord van. Voetbal is nog
steeds een spel, maar vooral een spel van goed zaken doen. Een
club die zich in de top wil handhaven, moet
naast een aantal excellente voetballers een
aantal grote zakenlieden in zijn staf hebben
opgenomen. Door de explosie van de
bedragen voor tv-rechten is geld bijna altijd
de doorslaggevende factor geworden. En het
lijkt erop, dat de landen met gunstige
GASTCOLUMN
door Ferry de Groot
Enige weken geleden reed ik op woensdagavond terug van een
vergadering naar huis. Op de radio was Jack van Gelder met een
wedstrijdverslag van Ajax tegen Porto: OlisehWamberto,
Litmanen, Dani, Kinkladze, Tobiasen, Rudy, Arveladze, Grenkjcer,
Benni, Babangida...Zouden die knuppels bij de UEFA zich niet
eens met andere zaken bezig moeten houden dan met steeds
hogere sponsorcontracten, televisiedeals en waanzinniger
winstpremies? Zou het niet beter zijn als ze eens zouden gaan
werken aan een grotere rechtsgelijkheid van de Europese clubs
onderling, waardoor het voor Spaanse,
Italiaanse en Engelse tycoons onmogelijk
zou worden om alle andere competities leeg
te roven? Zou ik me niet veel meer Ajax-
aanhanger voelen, als Jack van Gelder
daardoor verslag kon doen van een elftal
met een overwegend Amsterdamse basis?
AJAX MAGAZINE DECEMBER 1998 77