hij wil als voetballer herinnerd worden. Niet alleen als speler van Zuid-Afrika, maar ook als clubvoetballer. En het liefst realiseert hij dit doel bij Ajax. Benni: 'In feite sta ik weer op hetzelfde punt als vorig jaar, toen ik bij Ajax begon. Ik moet me opnieuw bewijzen. Ik heb dat geaccepteerd en weet dat ik nog harder moet werken. Ik wil echter koste wat het kost slagen bij Ajax. Ik wil een grote naam worden. Hier liggen alle mogelijkheden, en bovendien staat Ajax erom bekend dat er spelers kunnen worden opgeleid. Ik zit hier dus goed. Natuurlijk voel ik me soms wat minder, maar ik heb toch alle hoop dat ik zal slagen. Ik heb mijn leeftijd mee, ik heb geduld om te leren en ik heb een belangrijk doel.' Hoeveel tijd gun je jezelf om dit doel te verwezenlijken bij Ajax Benni: 'Ik moet dit seizoen doorbreken. Vorig seizoen speelde ik niet veel, maar had ik enkele goede invalbeurten. Ik vond dat goed, de mensen leerden mij zo alvast kennen. Ik heb veel steun gehad van de supporters. Nu heb ik meer ervaring en eigenlijk ook meer vertrouwen.' Wat beschouw je als je sterke en zwakke punten? Benni: 'Ik denk dat ik erg goed aan de bal ben, ook op snelheid. Voor de goal ben ik meestal gevaarlijk, soms meedogenloos. Ik ben verder goed in de lucht. Mijn zwakke 'IKBESCHOUW ATVElAPZEEN Sl£ÖN NIET AIS CONCURRENTEN. IKVINP HET HEERltfK OM METVRIENPTN TE STRIPPEN' punt is dat ik snel ben afgeleid, dat het spel aan me voorbijgaat. Dat heeft waarschijnlijk met mijn leeftijd te maken. Veel spelers proberen je te intimideren op het veld, dat vind ik lastig. Dan zeggen ze vervelende dingen of schoppen ze je als de scheidsrechter niet kijkt. Het vervelende is dat dergelijke methodes af en toe ook succes oogsten. Ik werk eraan om me er niet meer door te laten meeslepen. Dat is niet gemakkelijk, het moet eigenlijk uit jezelf komen.' Heb je weieens overwogen om je te concentreren op een andere positie dan de spits? Benni: 'Nee. Ik ben spits en daar wil ik spelen. Bij Zuid-Affika spelen we met twee spitsen. Bij Ajax moeten Arveladze, Sibon en ik strijden om één plaats. Ik beschouw hen niet als concurrenten. Ik vind het heerlijk om met vrienden te strijden. Het maakt je alleen maar scherper. Ik houd ze in de gaten en voel dat ik zelf sterker word als zij beter spelen. Ik zie dat als een stimulans.' Toch moet het Benni enigszins frustreren dat Ajax de competitie slecht begon, terwijl er zelden een beroep op hem werd gedaan. Benni: 'Vorig jaar was het voor veel mensen al snel na de start van de competitie duidelijk dat we de grote favoriet waren. Dat gevoel leefde ook binnen de groep. Heel vreemd vind ik het, dat het nu nog niet loopt. We hebben dezelfde spelers, alleen Laudrup is vertrokken. We hebben voor Michael drie zeer goede spelers teruggekregen en toch blijft het kwakkelen. Ik heb er geen verklaring voor. Het is triest. Iedereen kent Ajax en ziet dat dit niet het ware Ajax is. We kunnen verliezen, maar ondertussen kwalitatief hoog voetbal bieden. Maar zelfs dat is niet het geval. We spelen slecht. Er is iets mis. Ik hoop vurig dat het probleem snel wordt opgelost. Nee, ik voel me hierdoor niet gefrustreerd. Eerder bedroefd, voor iedereen. Ik ken alle spelers en weet dat het goede spel zal terugkomen. Dat zal slechts een kwestie van tijd zijn. Als de wil om te winnen blijft, komen de successen en het goede spel vanzelf terug. En als het eenmaal gaat lopen, moeten de anderen oppassen. Dan zullen we geen onnodige punten meer weggeven.' AJAX MAGAZINE DECEMBER 1998 47

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 43