Jacques Sys, die inging op de omwenteling
in de voetbalwereld die zijn weerslag heeft
op de clubs. Op de ziel van die clubs. Clubs
die het risico lopen om hun identiteit te
verliezen en zich daarmee te vervreemden
van hun basis, hun achterban. Het
interessante van het verhaal, dat
geprojecteerd was op Club Brugge, is dat
het voor veel clubs geldt. Je moet je weg in
de toekomst gaan bepalen want het eind
van de ingezette ontwikkeling is nog lang
niet in zicht. Waar landen wij? Wat is de
toekomst? Voor de spelers zijn de gevolgen
van het Bosman-arrest heel goed,
tenminste wanneer je het louter uit
financieel oogpunt bekijkt. Ja, inderdaad,
én voor de zaakwaarnemers. Die
verdienen. Voor het voetbal in het
algemeen is het niet goed, maar de vraag is
of de ontwikkeling te stoppen is. Ik denk
het niet. Er is sprake van een vrije markt in
Europa en dat levert voor de clubs en de
trainer een probleem op. Een speler die op
de bank belandt, staat meteen in de
belangstelling. Van rust is geen sprake
meer, er is een situatie van voortdurende
beweging waardoor de tijd om constructief
bezig te zijn met het vormen van een team
ontbreekt. Het is begrijpelijk dat de spelers
niet de lange termijn in de gaten houden.
Zij denken aan vandaag en hooguit aan
morgen. Het doet pijn om te constateren
dat voetballers, vaak ook jonge voetballers,
alleen het financiële aspect in de gaten
houden. De sportieve kant van de zaak
staat op de tweede plaats. Er zijn te weinig
mensen die de voetballers sportief
begeleiden. De meeste makelaars zien de
voetballers als koopwaar waarmee ze de
markt op kunnen gaan. Wanneer de
belangen, vooral ook de sportieve belangen
van een jonge speler niet op intelligente
wijze en met geduld worden behartigd, kan
dat een loopbaan grote schade toebrengen.
Een club kan proberen spelers ervan te
overtuigen dat zij zich niet slechts door het
geld maar ook door de sportieve kant
moeten laten leiden. Maar dat is moeilijk,
ook omdat je toch wordt gezien als "de
andere kant".
Een ander gevolg van de vrije markt, die
invloed heeft op de veranderende "ziel"
(om de term van Jacques Sys te gebruiken)
is de grotere stroom buitenlandse spelers.
Het is logisch dat je, met veel buitenlanders
in je team, te maken krijgt met
cultuurverschillen. De nieuwkomer, of dat
nu een trainer of een speler is, dient zich
altijd aan te passen. Dat is overal zo. En pas
op, dat geldt ook voor spelers uit het eigen
land. Wanneer we het op Ajax projecteren,
is het ook zo dat iemand uit Limburg of
Brabant of Groningen zich moet aanpassen
aan de heersende cultuur binnen Ajax.
Soms levert dat, ondanks het taaivoordeel,
even grote problemen op als met
buitenlandse spelers.'
Een extra uitdaging
'Uiteraard moet er vanuit de club, de
trainer en, nog belangrijker, de
medespelers wel begrip zijn voor de
situatie van de mensen die van buitenaf
komen. Een buitenlandse voetballer zal
zich kunnen aanpassen aan de heersende
voetbalcultuur, maar het is onzin om te
verwachten dat hij echt een Nederlander
zal worden. De buitenlander zal zich
moeten openstellen voor integratie,
bijvoorbeeld door de taal te leren spreken
en hij zal zich ook de cultuur moeten
aanwennen. Taal speelt daarin een grote
rol. Taal is communicatie, is het middel
om elkaar te begrijpen en goed met elkaar
om te kunnen gaan. Dat gaat op binnen
het veld maar, zeker zo belangrijk, ook
daarbuiten. En dan doel ik op de
kleedkamer. Als er in de kleedkamer ergens
over gelachen wordt, is het goed om te
weten waarover er gelachen wordt. Dat je
niet het gevoel hebt dat er over jou
gelachen wordt. Dergelijke misverstanden
kunnen ontstaan wanneer je niet met
A I A V AA Ar. A 71 MP nPTFAARFP 1QQ» 33
Foto: Louis van de Vuurst