geweest. Ik was lid van een atletiekclub. Ik
voetbalde iedere dag op straat.'
Op 14 mei 1940 kwam een wreed einde
aan het straatplezier. Bij het
bombardement op Rotterdam werd ook de
woonwijk Kralingen voor ruim de helft van
de stadsmap geveegd. Aan de hand van
moeder - vader was vier jaar eerder
overleden - vertrok het dakloze gezin naar
Vlaardingen. De afdwongen verhuizing
leidde nimmer tot een band met de stad;
Rotterdam bleef trekken. Aanvankelijk
Excelsior ook, maar naarmate het succes
van Zuidclub Feyenoord toenam, was
Postema steeds vaker in de Kuip te vinden.
'Van Excelsior naar Feyenoord gaan is geen
verraad. Van Sparta naar Feyenoord ligt
gevoeliger. Ik kwam met de tram naar
Feyenoord. Met een extra lijn vanuit het
centrum voor twee kwartjes naar de Kuip,
zonder verder ergens te stoppen. Prachtig.
Nog mooier was: lopen. Lopen naar de
Kuip. Op zondag, zo'n lange stoet van
mannen met een hoed op. Allemaal met
één doel: Feyenoord.
Ik heb nooit een seizoenkaart gehad. Ik
zocht m'n wedstrijden uit. Nog steeds. Ik
mag tegenwoordig gratis naar binnen,
omdat ik schrijf voor De Krant van
Feyenoord. Geen glossy magazine, maar
een echte krant, hè. Ziet eruit als een
Engels tabloid, wat veel meer bij een
volkssport als voetbal hoort. Ajax heeft dat
niet helemaal begrepen.'
Eh..., voetbal een volkssport? Vroeger,
misschien ja, meneer Postema. Maar ook
nu? De toon lijkt immers bepaald door
nieuwe rijken, die het spel vanaf het
skybox-pluche genieten aan de hand van
een gekoelde Sancerre, een Thaise
kipsalade en een bolknak van Hajenius?
Een burgerlijke redenering, zegt Postema.
Van proleterige poenerigheid, waarover
Youp van 't Hek zich te pas en te onpas zo
druk maakt, merkt hij bij Feyenoord
weinig. Maar die man, zegt Postema,
schreeuwt ook maar wat in het rond. 'Het
kan natuurlijk dat het bij Ajax allemaal veel
erger is.' Goed, dat het voetbal 'enge
ontwikkelingen' herbergt is waar, maar
horen 'die opschepperige mannen' er niet
gewoon bij? Ga eens naar een
basketbalwedstrijd in de VS. Zelfs het
voetbal in Engeland is ervan vergeven.
'Voetbal was en is in Engeland de
arbeiderssport bij uitstek. Maar ieder
stadion heeft er businessunits en skyboxen,
Als je daar niet bij wilt horen, moet je er
niet gaan zitten. Ik kom bij Feyenoord
regelmatig in een businessunit van een
gewone, aardige Rotterdamse zakenman.
De sfeer is er nogal volks. De mannen die
ik er tegenkom zijn allemaal aardig en
gewoon. Selfmade men, het soort mannen
waar ik erg op gesteld ben.'
Twee geloven
Zo af en toe komt hij wel eens bij Ajax. Z'n
liefde voor Feyenoord bleek overerfbaar,
maar ja, dat z'n beide dochters zouden
thuiskomen met twee rechtgeaarde Ajax-
supporters was weer wat minder
natuurlijk. Maar goed, als zo'n
aangetrouwd stuk vreten vraagt of
schoonpapa meegaat naar Ajax, gaat hij
niet dwarsliggen. Dat z'n dochters een
ander geloof op hun kussen gedogen,
moeten zij weten. Daarbij: hij is Jorien van
den Herik niet, die een al te innige
omarming tussen Ajax en Feyenoord via de
rechter liet ontbinden. Nicole Edelenbos
en Maarten Oldenhof, zegt Postema, zijn
ongetwijfeld twee heel lieve mensen, maar
ze hadden moeten beseffen dat zij zich in
hun functie geen relatie met elkaar konden
veroorloven. 'Zoiets is onmogelijk tussen
twee topmensen van twee zulke
concurrerende bedrijven als Ajax en
Feyenoord. Van den Herik heeft
ingegrepen en had groot gelijk. Ik ben
ervan overtuigd dat als hij het niet had
gedaan, Ajax z'n maatregelen had
getroffen.'
Spijt heeft Postema er nooit van als hij zich
door een van z'n schoonzoons mee naar de
AJAX MAGAZINE DECEMBER 1998
233