A J AX MAGAZINE DECEMBER 1998 maar het resultaat was dat we met een nauwelijks ervaren ploeg overbleven. Ik was omringd door allervriendelijkste mensen, maar wel bijna allemaal debutanten.' Nog voor de eerste uitzending een feit was, had Postema het gevoel op een ingezeepte helling te staan. 'En ik was niet de enige.' Maar dat het Nederlandse publiek zó afwijzend zou reageren (een later onderzoek van de Rotterdamse Erasmus Universiteit repte zelfs van een vorm van massahysterie), daar had Postema ook weer niet op gerekend. 'Er is bij het publiek een massale angst ontstaan. Zo van: o God, nu gaan die lui met het geld ook nog eens het voetbal van ons afpakken. Er kwam een collectieve boosheid over die twee gulden per maand die betaald moest worden voor iets wat eerst gratis was.' Ja, en dan waren er nog de media. Ronduit verbaasd was hij dat de pers zo met de hakbijl in de aanslag stond. 'De media sprongen er zonder uitzondering boven op. Niets wat Sport7 deed mocht goed zijn, niets kreeg een kans. Geloof me: we hebben een paar heel aardige afleveringen gemaakt van Klasgenoten, waarin sporters centraal staan. Als je die nu zou uitzenden, zouden er veel mensen naar kijken en zou het programma hoog worden gewaardeerd. Het leek of er naar de afleveringen die in '96 zijn uitgezonden niet gekeken mócht worden. Nu ja, er liggen nog een paar nooit uitgezonden afleveringen op de plank.' Over kritiek moet je niet al te veel zeuren, zegt Postema. Maar vreemd vond hij het wel dat de stront zo over hem werd uitgestort. Postema ontmoet dan weliswaar overal 'lieve' en 'aardige' mensen, er bleken plotseling mensen te zijn die niet dezelfde gedachten over hem hadden. Natuurlijk, in het verleden heeft hij ook wel eens 'iets vervelends' over collega's gezegd en 'uiteraard krijg je daar op een goede dag de rekening voor gepresenteerd'. Troost is, zegt Postema, dat het meestal 'de kleintjes zijn die uit rancune terugslaan.' Maar wat hem na Sport7 overkwam, was wel even schrikken. Bijvoorbeeld de vileine manier waarop Volkskrant-medewerker en voormalig literatuurprofessor Kees Fens meende met Postema te moeten afrekenen. Dat iemand als Kees Fens, juist Kees Fens, zo genadeloos en plotseling uithaalde over het 'middelmatige' en 'achterhaalde' van Postema, dat deed pijn. 'Ik vind Fens niet behoren tot die kleintjes. Hij zette op een rij wat ik zoal had gedaan en rekent me vervolgens af op Sport7. Het is een van de ergste stukken die ik ooit over mezelf heb gelezen, ik was er zeer diep door geraakt.' Rode vriend Veel nare nasmaak van het Sport7-debacle lijkt Postema twee jaar na dato niet meer te hebben. Via de RVU heeft hij intussen een comeback als presentator op het publieke net gemaakt. Daarbij, en gelukkig, is er Feyenoord. En met Feyenoord gaat het, eindelijk, weer eens goed. 'Prachtige tijden zijn het. Hoe lang het duurt is afwachten, maar we beleven prachtige tijden.' Succes kent vele vaders. Maar, zegt Postema, dat het nu goed gaat met Feyenoord is toe te schrijven aan twee mannen: Rob Baan en Leo Beenhakker. 'Hun komst heeft Feyenoord veel goed gedaan. En het succes van Feyenoord heeft Rotterdam veel goed gedaan. Rotterdam heeft dat nodig.' Een grotere kenner van het Nederlandse voetbal dan Rob Baan is er volgens

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 227