Van den Bergh is vol lof over de architectonische grootsheid van Madrid, zoals te bewonderen valt op Plaza de Cibiles, het beroemde plein van Madrid waar de spelers van Real in de fontein dansen na het behalen van opnieuw een titel of een Cup. in Madrid op het hoogste niveau te spelen, dan heb ik helemaal alles wat mijn hartje begeert.^PBHHpHH|^^^^HH|H Werkvoetbal Gerard van der Lem, nu assistent-trainer bij Barcelona, had Van den Bergh onder zijn hoede toen hij trainer was van Ajax 2. Hij volgt de verrichtingen van zijn voormalige oogappel nog op de voet. 'Van den Bergh wordt te weinig geroemd om zijn spel. In Spanje heeft men te weinig oog voor mooie voetballers,' aldus Van der Lem. 'Werkers staan hier nu eenmaal hoger in aanzien.' Van den Bergh is gevleid door de woorden van zijn oud-coach. 'Hij heeft gelijk. Spelers die de gaatjes dichtlopen, de bal één keer raken of een mooie voorzet geven, krijgen weinig krediet. Door kleinere ploegen moet opgebokst worden tegen de grote jongens. Dat kan volgens de cultuur hier alleen met werkvoetbal en niet met sierlijke acties. In Nederland is daar veel meer oog voor.' Toch valt de één meter 90 lange Amsterdammer wel degelijk op in Madrid. Inmiddels heeft hij zelfs zijn eigen fanclub, een verhaal dat hij schoorvoetend, maar toch niet zonder trots vertelt. 'Na twee weken trainingskamp was de presentatie van Rayo. Na het voorstellen aan het publiek kwam ik uit de kleedkamer. Bij Rayo sta je dan onmiddellijk op straat. Buiten stond een aantal mensen dat mij het lidmaatschap aanbood van mijn eigen fanclub, die inmiddels was opgericht. Ik wilde het niet geloven. In eerste instantie dacht ik dat het een geintje was van een van de jongens, maar het bleek echt waar te zijn. Nadat ik uitgelachen was, vond ik het toch een hele eer. Nu moet je het aantal leden niet meteen in de duizenden rekenen, hoor, maar in tientallen. Het blijft een bescheiden clubje.' Ontbijtkoek Aan het eind van de dag laat Van den Bergh mij nog zijn huis zien in Las Rozas, een sjieke buitenwijk van Madrid. 'Een buurt van Real-supporters,' zo omschrijft hij zijn woonomgeving. 'Ik woon op een kwartier rijden van het centrum. In Amsterdam woonde ik verder weg, terwijl die stad toch veel kleiner is. Las Rozas is bovendien een wijk met veel groen, en dat is hier zeldzaam. Dus ik zit hier goed.' De straat waar Van den Bergh woont is privéterrein omzoomd door hekken met daarbinnen een tennisbaan, een zwembad en nog veel meer luxe. Het uitzicht is prachtig. Het huis, dat werd uitgezocht door de club, laat zich herkennen door een schotel aan de gevel. 'Die heb ik onder meer om op de hoogte te blijven van de verrichtingen van Ajax. Ik kijk altijd Studio Sporten als ik weet dat Ajax gespeeld heeft, kijk ik op teletekst. Voor Europa- Cupwedstrijden blijf ik, net als de klassiekers tegen Feyenoord, thuis. Als je elf jaar bij een club hebt gespeeld en als klein jongetje altijd al met je vader naar wedstrijden ging in de Meer, dan ben je een club niet zomaar vergeten. Ik blijf Ajacied.' Dat Van den Bergh bij Ajax heeft gespeeld, is ook aan zijn huis te zien. Aan de muur, vlak bij de televisie, hangen twee foto's waarop hij als pupil van de week, tegenwoordig mascotte genaamd, staat afgebeeld met zijn idool Marco van Basten. In een glazen vitrine herinnert een aantal souvenirs aan de Champions- Leaguefinale tegen Juventus, die hij niet speelde. 'Twee spelers van de selectie die in Rome was, zaten op de tribune: Fred Grim en ik. Wat een ellende was dat.' Naast Ajax-herrinneringen prijken foto's aan de muur van vakantie met zijn vrienden Casper Nelis, Ronald van de Meent, die momenteel bij de Spaanse tweede-divisieclub Numancia speelt, en Robert Gehring, eveneens oud-Ajacied en tegenwoordig uitkomend voor AFC. 'Robert heeft pech gehad. Vorig seizoen speelde hij ook bij Rayo. Hij woonde twee huizen verderop. Terwijl hij zich nog moest terugknokken na een ernstige knieblessure, liet de toenmalige trainer al na twee weken weten dat hij niets in Gehring zag. Het kan dus ook anders lopen dan hoe dit avontuur voor mij heeft uitgepakt. Naar het buitenland gaan blijft een gok. Hoewel ik vind dat je die kans juist op jonge leeftijd moet grijpen en niet pas als je al huiselijke verplichtingen hebt. Er wordt veel te snel geroepen dat een speler te jong aan een buitenlands avontuur begint. Ik ben er alleen maar sterker van geworden.' Terwijl ik de foto's aan de muur bekijk, pakt Van den Bergh zijn reistas uit. Dan lacht hij vertederd en wordt de in korte tijd volwassen geworden Van den Bergh weer even Davy. 'Mijn moeder heeft ontbijtkoek in mijn tas gestopt. Dat kun je hier niet krijgen.' 218 AJAX MAGAZINE DECEMBER 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 216