Foto: Archief Ajax
voorop. De voetbalterreinen werden weer
in orde gemaakt en de eerste
vriendschappelijke wedstrijden werden
niet snel na de Duitse capitulatie weer
gespeeld.
Ook het voetbalprogramma van Ajax had
direct na de bevrijding veel weg van een
non-stop-rit. Er werden veel
oefenwedstrijden georganiseerd om de
spelers, die vanaf september 1944 niet
meer hadden gespeeld en getraind, te laten
wennen aan de bal. De Duitse Weermacht
was uiteraard vertrokken uit het stadion,
waardoor Ajax weer beschikte over alle
velden en kleedkamers van de Meer.
De Amsterdamse voetbalverenigingen die
in de hoogste klasse van de KNVB - de K
van Koninklijke was niet langer verboden -
uitkwamen, speelden enkele weken na de
bevrijding om het kampioenschap van
Amsterdam. Over de snelheid waarmee dit
kampioenschap werd georganiseerd
vermeldden de bestuursmededelingen van
Ajax: 'Nauwelijks waren de Canadese jeeps
en tanks onze stad binnengerold, of de
vroede vaderen van onze vier grootste
voetbalclubs staken de hoofden bijeen, met
als gevolg dat veertien dagen na de
bevrijding de eerste match om het
kampioenschap van Amsterdam
plaatsvond.'
In het wedstrijdprogramma van
Blauw Wit, dat op 3 juni aantrad tegen
De Volewijckers, werd overigens
gewaarschuwd dat de toeschouwer zijn
verwachtingen niet te hoog moest stellen
en dat de ontmoeting uitsluitend als
oefenwedstrijd gezien moest worden.
Verder werd gesteld dat de wedstrijden
geen officieel Amsterdams kampioenschap
inhielden, aangezien de
krachtsverhoudingen niet ingeschat
konden worden. Blauw Wit bijvoorbeeld
speelde al zijn wedstrijden thuis, terwijl
De Volewijckers aangewezen was op
uitwedstrijden doordat het Mosveld nog
niet in orde was. Ajax werd winnaar van
het eerste naoorlogse kampioenschap van
Amsterdam.
Naoorlogse moeilijkheden
Ondertussen moesten de Ajax-leden het
gedurende de eerste maanden na de
bevrijding zonder Ajax Nieuws zien te
stellen. De clubbladredactie van Ajax was
van plan om na de bevrijding met een
groot bevrijdingsnummer te komen, maar
dit kon vanwege de papierschaarste geen
doorgang vinden. Niet eerder dan op
29 augustus 1945 verschenen de eerste
naoorlogse bestuursmededelingen in de
vorm van een aantal velletjes papier. Begin
oktober 1945 vroeg een van de
columnisten van Ajax zich af wanneer het
blad weer als echt nummer zou uitkomen.
'Zoolang de officiële instanties nog zoveel
op papier te zetten hebben, zal er voor ons
amateurs wel weinig overblijven.' Het
duurde tot januari 1946 voordat het
maandelijkse Ajax Nieuws weer in zijn
oorspronkelijke vorm verscheen.
Tot de naoorlogse moeilijkheden bleef ook
het verkeer behoren. Het spoorwegverkeer
kwam zeer langzaam op gang en de
toestand van de wegen was slecht. Vanwege
deze reismoeilijkheden besloot de KNVB
met de competitie te wachten tot er weer
treinverkeer mogelijk was. In afwachting
Een delegatie van het Belgische Liersche SK kort
na de bevrijding in de Meer met een krans ter
nagedachtenis van de gevallen sporters en
collega's.
hiervan werd eind september een begin
gemaakt met de wedstrijden om de KNVB-
beker. Aan het spelen van de eindronden
kwamen de voetballers echter niet toe,
aangezien deze niet samengingen met de
intussen gestarte competitie. Ajax behaalde
het beste voorlopige resultaat en werd tot
winnaar van het bekertoernooi
uitgeroepen.
De eerste competitie na ruim vijfjaar
Duitse bezetting begon op 4 november
1945 en had in eerste instantie een
voorlopig karakter. In dezelfde maand
keerde ook Jack Reynolds terug als trainer
van Ajax. Ook hij had vijf jaar onder het
Duitse juk geleden in een Pools
krijgsgevangenenkamp. Interim-trainer
Dolf van Kol maakte direct plaats voor de
Engelsman, die op 13 juni 1948 na ruim
dertig jaar trouwe dienst afscheid zou
nemen van Ajax.
De eerste naoorlogse competitie kon door
de goede weersomstandigheden en het
geringe aantal afgelastingen vanaf januari
1946 als volwaardig doorgaan. Hierbij
werd het programma van het niet
gespeelde seizoen '44-'45 gehandhaafd.
Deze 'herstelcompetitie' had een sterk
regionaal karakter zonder promotie en
degradatie, maar werd uiteindelijk wel
bekroond met wedstrijden om het
kampioenschap van Nederland.
Langzamerhand zouden de naweeën van
de bezetting vervagen en uiteindelijk
verdwijnen. De meeste voetbalclubs
stonden niet lang stil bij het
oorlogsverleden en stelden het belang van
de continuering van hun sport voorop. Net
zoals tijdens het grootste deel van de
bezetting het geval was, rolde de bal ook na
de oorlog weer snel over de velden.
Susan Smit studeerde geschiedenis aan de
Universiteit van Amsterdam en schreef haar
afstudeerscriptie over het dagelijks leven van
Ajax tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Momenteel werkt ze in dienst van Diopter -
Janssens en Van Bottenburg bv aan een
onderzoek naar het topsportklimaat in
Nederland.
194
AJAX MAGAZINE DECEMBER 1998