Om deze reden heeft ook de burgemeester
van Amsterdam eens een voetbalwedstrijd
in het Ajax-stadion gestaakt. Het betrof de
tweede wedstrijd om het
landskampioenschap op 26 maart 1944
tussen De Volewijckers en Heerenveen. De
luchtbeschermingsdienst had voor aanvang
van de wedstrijd bekend gemaakt dat de
open tribunes bij eventueel luchtalarm
ontruimd moesten worden. In verband
met mogelijk rondslingerende stukken
granaat van het luchtafweergeschut zou het
publiek zich onder de tribunes moeten
opstellen. Elf minuten na het begin gingen
de sirenes van het alarm af doordat de
Engelse geallieerden een aanval uitvoerden
op de havens van IJmuiden. Toen het
publiek herhaalde verzoeken en
dreigementen om de tribunes te verlaten
negeerde, zag de burgemeester zich
genoodzaakt de wedstrijd af te gelasten.
Dit laconieke gedrag van het publiek werd
waarschijnlijk veroorzaakt door de vele
gevallen van vals alarm. Hierdoor nam het
publiek het luchtalarm niet altijd even
ernstig. Over dit gedrag plaatste het
dagblad Het Volk, dat tijdens de bezetting
een NSB'er aan het hoofd had, in
september '43 het volgende commentaar:
'Er is een categorie mensen, die met alles
Guus Drager gewond aan het hoofd na een
kopduel tijdens de finale om de AROL-beker tegen
Blauw Wit op 9 september 1945.
spot. Spot zelfs met luchtalarm, ondanks
de vele voorbeelden, die overduidelijk
aantonen hoe groot het gevaar uit de lucht
wel is. Toen door de microfoon tijdens
het luchtalarm getracht werd het publiek
in te lichten, werd er met moedwil gejoeld
en geschreeuwd, zo, dat de pogingen
moesten worden opgegeven.'
Als gevolg hiervan werden maatregelen
genomen. Om boven het geroezemoes uit
te komen werd in maart 1944 een
versterker geplaatst op het Olympisch
stadion en kreeg het Ajax-stadion een
grammofoonplaat waarop het sirenegeluid
was vastgelegd. Bij luchtalarm werd de
plaat voor een geluidversterker afgedraaid.
Foto: Collecie Drager
Toen de geallieerde legers de Slag om Arnhem
inzetten, kondigde de Nederlandse regering in
ballingschap te Londen op 17 september 1944 een
algehele spoorwegstaking af. De staking moest de
Duitse oorlogvoering tegenwerken. Burgers
hadden ook te lijden onder de staking. Voor het
westen van het land zou de voedseltoevoer flink
belemmerd worden en stond een lange
hongerwinter voor de deur. De Duitsers deden er
alles aan om de staking te breken. Zo werd
gezinspeeld op de ernstige gevolgen voor de
burgerbevolking.
'Men hoopt dat door deze maatregel, hoe
de windrichting ook is, en hoe hoog het
voetbalenthousiasme ook stijgt, van de
sirene evenveel notie zal worden genomen,
als van het fluitje van de scheidsrechter,'
aldus een reactie in de krant.
'Shirt- en schoenlozen'
Het tekort aan voetbalbenodigdheden nam
vanaf medio '43 steeds nijpender vormen
aan. Naarmate de situatie aan het
oorlogsfront voor de Duitsers
verslechterde, werd ook het tekort aan
voedsel en brandstof meer voelbaar.
Voetballers uit die tijd beamen dat het
vooral moeilijk was om aan
voetbalschoenen te komen.
Al na het eerste oorlogsjaar verwachtte het
bestuur van Ajax dat schoenen binnen
afzienbare tijd niet meer beschikbaar
zouden zijn. De leden werd daarom op het
hart gedrukt om zo zuinig mogelijk met
hun voetbalschoenen om te gaan. In het
Ajax Nieuws van 10 mei 1941 kregen de
leden die binnenkort aan nieuwe
voetbalschoenen toe waren, het advies om
direct een schoenenbon aan te vragen bij
het secretariaat. Ze moesten hiermee niet
te lang wachten, aangezien de kans op
distributiemaatregelen groot was. In de
loop van datzelfde seizoen werden er
inderdaad geen schoenenbonnen meer
verstrekt. Het bestuur gaf de leden het
advies hun voetbalschoenen steeds goed
schoon te maken, in te smeren met
vaseline 'of wat er voor te krijgen is' en
eventueel direct te laten repareren.
Vanaf medio '43 zouden ook Ajax-shirts
vrijwel niet meer te verkrijgen zijn. In de
bestuursmededelingen van oktober werden
oud-leden opgeroepen om hun oude
voetbalshirt of -schoenen ter beschikking
te stellen aan de 'shirt- en schoenlozen'.
Ballen werden evenmin afgegeven en de
AJAX MAGAZINE DECEMBER 1998
191