DWS - Ajax op 12 maart 1944. Gerrit Fischer (tweede van rechts) ziet de bal voorlangs het DWS- doel gaan. Ajax won de wedstrijd met 4-2. de eerste maal opgepakt en op transport gesteld naar het voormalige Tsjecho- Slowakije. Na het kerstverlof keerde Hordijk er niet terug en in januari '41 speelde hij weer voor Ajax. Begin '43 ontkwam hij echter niet aan tewerkstelling in Potsdam, waar hij spoedig in het eerste elftal van voetbalvereniging Potsdam '03 meespeelde. Tijdens zijn verlofweken trainde Hordijk met Ajax mee, waarbij het vertrek naar Duitsland hem overigens ieder keer weer zwaar viel. 'Bij Ajax zeiden ze: doe net of je iets hebt en blijf hier,' vertelde hij later, maar Hordijk was er het type niet naar om onder te duiken. Het idee om dan niet meer te kunnen voetballen was voor hem ondraaglijk. Zijn laatste verlof kreeg Hordijk begin '44 en pas op 25 augustus 1945 arriveerde hij weer in Nederland. Een andere speler die vanwege de arbeidsdienst een voetbalseizoen van Ajax moest missen was Gé van Dijk. Hij stond aan het begin van het seizoen '42-'43 op het punt om door te breken in het eerste elftal van Ajax, toen hij moeilijkheden voorzag in verband met de dreigende tewerkstelling in Duitsland. De razzia's op jonge Nederlandse mannen die de Duitsers in dit kader hielden, vonden regelmatig tijdens en na afloop van drukbezochte voetbalwedstrijden plaats. Om te voorkomen dat hij zou worden opgepakt, besloot Gé van Dijk in september '42 enkele maanden onder te duiken. In het begin van 1943 keerde hij terug. Van Dijk was hierdoor te laat om nog aan de competitie deel te nemen, aangezien Ajax zijn laatste wedstrijd al op 7 februari speelde. Ook het kampioenschap van Amsterdam werd vervroegd ingezet, om zodoende de tijd tot de bekercompetitie te overbruggen. Om dezelfde reden als Van Dijk doken ook de Ajacieden Jan Schubert en Jany van der Veen onder. Schubert was in de meidagen militair geweest en werd in 1943 opgeroepen om zich als krijgsgevangene in Duitsland te melden. Hij had in het seizoen '30-'31 zijn eerste wedstrijd in Ajax 1 gespeeld en zou na de oorlog, waarschijnlijk in verband met zijn hoge leeftijd, niet meer uitkomen voor het hoogste elftal. Jany van der Veen dook in 1944 onder in verband met zijn werk bij De Arbeiderspers. Na de oorlog zou hij de strijd om de spilplaats winnen van Joop Stoffelen en nog vele jaren bij Ajax actief zijn als speler, als trainer en ook als scout. Het is niet bekend waarom Jaap Hordijk, die in 1939 zijn entree had gemaakt in het eerste elftal, er na de oorlog niet meer terugkeerde. De afwezigheid van spelers was overigens nooit dermate groot dat het competitie verloop in het gedrang kwam. Ajax kon de opengevallen plaatsen van de afwezige spelers over het algemeen goed opvullen met jongeren. Desalniettemin bezorgde de bezetting de elftallencommissie heel wat kopzorgen. Luchtalarm Dan was er ook nog het luchtalarm. Vanaf de tweede helft van de bezetting werden voetbalwedstrijden meerdere malen opgeschrikt door de sirenes van het luchtalarm. In augustus 1943 stelde de NVB officieel vast dat een wedstrijd gewoon door kon gaan als alleen het vooralarm klonk, maar dat deze bij luchtalarm direct gestaakt moest worden. De toeschouwers moesten zich dan zo snel mogelijk in veiligheid brengen onder de tribunes. Ook tijdens de finale om het kampioenschap van Amsterdam op 27 juni 1943 ging het luchtalarm af. Er waren vliegtuigen gesignaleerd waarvan een aantal achterblijvers voor mogelijk gevaar zorgde. De spelers van Ajax en DFC verlieten vlak na de rust de grasmat van het Olympisch stadion. Nadat een half uur later het sein veilig gegeven werd kon de wedstrijd worden vervolgd. Wim Schoevaart, oud-speler van het tweede en derde elftal, is diverse malen getuige geweest van het optreden van Ajax' voorzitter Marius Koolhaas bij luchtalarm in het Ajax-stadion. Koolhaas maande het publiek daarbij onder de tribunes plaats te nemen totdat het alarm voorbij was. Dit verzoek werd gewoonlijk kracht bijgezet door de mededeling dat de wedstrijd zou worden afgelast indien het publiek gewoon op de tribunes zou blijven zitten. Dit was begin maart '44 inderdaad het geval bij een wedstrijd in de Meer. Volendam speelde tegen Heerenveen om de NVB-beker, maar na een half uur spelen klonken de sirenes van het luchtalarm. Net als altijd riep Koolhaas het publiek op om de tribunes van de Meer te verlaten. Hij moest zijn oproep herhalen toen er geen gehoor aan werd gegeven. De derde maal was het woord aan de Duitse commandant van de inwonende Weermacht die dreigde dat de wedstrijd gestaakt zou worden. Nadat het verzoek wederom genegeerd werd, klonk na tien minuten de mededeling dat men naar huis kon. AJAX MAGAZINE DECEMBER 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 185