'Lichtgestoord en doldriest' De voetbalschoenen van Gerrit Keizer In de rubriek 'Museumstukken' worden voorwerpen uit het Ajax Museum belicht. Deze keer staan we stil bij een paar voetbalschoenen uit de jaren dertig, die staan opgesteld in het kabinet dat gewijd is aan de tenues van Ajax. De schoenen behoorden ooit toe aan de legendarische keeper Gerrit Keizer en ze zijn door zijn dochter in bruikleen aan het Ajax Museum afgestaan. jHBraag of Gerrit Keizer de beste keeper was die Ajax ooit gehad heeft, is niet te beantwoorden, maar ljfij was wel een van de meest kleurrijke doelverdedigers. Regelmatig blonk mj uit met fabelachtige repdingen die hij bijna achteloos verrichtte. Helaas behandelde hij even regelmatig de simpelste balletjes zó nonchalant dat die op klungelige wijze achter hem in het doel belandden. Die wisselvalligheid was voor de keuzeheren van Ajax geen probleem, maar zorgde ervoor dat Keizer in zijn zeer lange carrière maar twee maal voor Oranje speelde. Gerrit Keizer kwam op zijn zestiende bij de aspiranten van Ajax en maakte drie jaar later al zijn debuut in de hoofdmacht. Het was het lastige seizoen 1928-1929, waarin de sterspeler Wim Anderiesen gedwongen was Ajax te verruilen voor de Politie Sportvereniging. Mede door deze aderlating hing Ajax lange tijd in de onderste regionen van de afdeling I van de Eerste Klasse. Toen de vaste keeper, Jan de Boer, tot overmaat van ramp aan zijn hand geblesseerd raakte, deed de elftallencommissie een beroep op Keizer. Keizer woonde inmiddels in Londen, waar MMSEMMSTMKKEN door Carel Berenschot foto Jasper Wiedeman hij als groentehandelaar werkzaam was, maar het verzoek uit Amsterdam was niet tevergeefs: de laatste vier wedstrijden van het seizoen stond hij bij Ajax tussen de palen. Deze versterking bracht de kentering die Ajax uiteindelijk op een veilige achtste plaats deed belanden. In Londen speelde Keizer bij Margate, een vrij onbeduidend clubje. Daar werd hij opgemerkt door Herbert Chapman, de manager van Arsenal. Hij bood Keizer een profcontract aan dat echter nooit ondertekend werd. Keizer speelde maar dertien wedstrijden voor Arsenal, maar hij maakte met zijn grappen en grollen grote indruk. Evert Vermeer schrijft in zijn '95 jaar Ajax' dat Cliff Bastin, in die tijd de linksbuiten, hem omschreef als mildly crazy and utterly reckless (lichtgestoord en doldriest). In 1931 verhuisde Keizer naar de tweede-divisieclub Charlton Athletic en het seizoen erop speelde hij voor Queen's Park Rangers. In 1933 keerde hij terug naar Nederland. Daarmee werd voor Ajax het keepersprobleem voor vijftien jaar opgelost, want tot 1948 zou Keizer vrijwel zonder mankeren onder de lat staan. Een gouden team Gerrit Keizer maakte jarenlang deel uit van het team dat Ajax zijn 'Gouden Jaren Dertig' schonk. In het Ajax Museum is hij samen met even legendarische teamgenoten als Wim Anderiesen, Jan van Diepenbeek, Gerrit Fischer, Piet van Reenen, Jan Schubert en Wim Volkers te zien op de foto's die aan deze periode gewijd zijn. Een flink deel daarvan komt uit de fotoalbums die Keizers dochter heeft bewaard en zij stelde ook een groot aantal programmaboekjes en clubbladen uit die tijd ter beschikking. Maar het pronkjuweel van de herinneringen aan haar vader is toch wel het paar voetbalschoenen dat hij naliet. De schoenen komen goed tot hun recht in de vitrine die gewijd is aan de tenues. Er zijn daar replica's te zien van tenues uit begin 1900 en 1930, en authentieke shirts 180 AJAX MAGAZINE DECEMBER 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 176