1y T
In de kleedkamer breng ik een
groot deel van mijn tijd door.
Het is een heel luxe ruimte.
Dit is mijn plek. Mijn naam
staat er ook bij. Links van mij
zit Jesper Gronkjaer en rechts,
maar die stoel is niet te zien
zit Kofi Mensah. Twee totaal
verschillende mensen, maar
eigenlijk zijn we allemaal erg
verschillend. Mijn nummer is
22 en daar ben ik wel
tevreden mee.
LANDSKA!
IjmMM»'-»
In het ballenhok van Sjaak
Wolfs, waar al onze schoenen
staan en de ballen liggen, die
Sjaak altijd weer prachtig op
spanning brengt. Ik kijk hier
naar mijn nieuwe schoenen.
Veel verslijt ik er niet per
seizoen. Het liefst draag ik ze
helemaal op. Oude schoenen
zitten mij toch het lekkerst.
54 AJAX MAGAZINE OKTOBER 1998
Toen iedereen weer het goede
pak aanhad, konden we naar
de bus. Op de dag van de
wedstrijd gaan we altijd rond
twaalf uur naar een hotel.
Daar eten we eerst en daarna
moeten we rusten tussen half
twee en half zes. Dat vind ik
best lang. Ik lig met
Wamberto op een kamer.
Voorlopig is dat erg rustig. Hij
spreekt Frans en ik niet. Ik
spreek Engels, maar hij weer
niet. We kunnen elkaar dus
I nog niet uit de slaap houden.
Hier hebben we zo vreselijk
gelachen. Een dag voordat ik
deze foto nam kregen we onze
nieuwe kostuums, keurig
verpakt in plastic hoezen. Wij
hadden de pakken van
Gronkjaer, die één meter 87
lang is, en van Babangida
verwisseld. Baba begreep er
niets van toen hij zijn pak
aantrok, en wij moesten
alleen maar lachen. Kijk maar
naar Oliseh en Tobiasen