vooral 'een goeie jongen' weg bij Standard
Luik.
Wamberto vouwt zijn handen, als wil hij
de hemel danken. 'Hoe de mensen me hier
accepteerden, dat is toch onvergetelijk. Bij
mijn eerste wedstrijd in de Arena, tegen
Willem II, kreeg ik een ovatie bij mijn
wissel. Ik wil iedereen daarvoor bedanken,
je weet niet hoe goed het me deed.'
Mevrouw Philippe
Op zijn zestiende verliet hij Brazilië. Zijn
club Sampaio Correia liet hem vertrekken.
Waarheen was niet meteen bekend, want
de Braziliaanse topclubs stonden in de rij
voor hem. Wamberto had het tot
jeugdinternational gebracht en dan heb je
toch al enige status verworven.
'Maar het werd een club in Europa,' vertelt
hij. 'Ik ben thuis de jongste van tien.
Iedereen was het huis uit, zodat ik als enige
kostwinner overbleef bij mijn
gepensioneerde ouders. Ik wilde graag voor
hen geld verdienen. Een manager
overtuigde mij ervan dat het goed zou zijn
om mee te gaan naar België.'
En zo belandde Wamberto in Luik, waar
hij niet bij Standard terechtkwam maar bij
Seraing, een club onder de grauwste
schoorstenen van de staalnijverheid. Een
deprimerend filmdecor, waarin het niet
leuk moest zijn om te voetballen. Achter
één van de doelen gloeide permanent een
vuurbal uit een smalle pijp. Als de hel dan
toch bestaat, moest ze daar ergens liggen.
Maar Wamberto voelde dat anders aan.
Het kleine, arme Seraing, opgekocht door
een rijke industrieel die 'voor wat pret in
het weekeinde' voorzitter werd, koos
resoluut voor de aanvoer van Braziliaans
bloed.
Wamberto: 'De echtgenote van de
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1998