zou zijn. Intussen zijn we zo ver en is er heel wat veranderd. Zulke dingen moet je niet zeggen; je moet je mond houden en presteren.' Oei, oei, oei, dat was me weer een loei, Johan Cruijff, 1969 We gingen naar het boksen kijken van een verre neef wat kreeg die jongen klappen, want die ander was op dreef Toen kwam die derde ronde en die werd de neef fataal Z'n gympjes onder op de mat en hij lag in de zaal TA: 'Cruijff? Ja, Johan Cruijff. Ik meen dat hij dit nummer pas kon zingen nadat hij een paar cola-tics achterover had geslagen.' PdM: 'Is dit Cruijff? Geweldig, 't lijkt wel een oud cabaretnummer. Cruijff is uniek. Er worden grappen over hem gemaakt, over hoe hij praat en wat hij zegt. Je bent tegenwoordig geen volwaardig cabaretier als je geen gedegen imitatie van Johan Cruijff in een van je laatjes hebt. Maar er zit wel een heel volk ademloos naar hem te luisteren als hij een wedstrijd gaat analyseren.' TA: 'Ik heb Cruijff zien spelen toen hij eind 1981 terugkwam bij Ajax. Cruijff is een fenomeen, een bijzonder mens. Natuurlijk begrijp ik Cruijff. Iedereen begrijpt Cruijff. Zeker als je hem kwijtraakt is het volstrekt logisch wat hij allemaal zegt. Een van de mooiste momenten van Cruijff die ik me herinner was toen hij vanaf de tribune naar de dug-out kwam om Leo Beenhakker, voor het oog van de tv-camera's, wat in te fluisteren. Beenhakker heeft later eens gezegd dat hij Cruijff toen op z'n bek had moeten slaan. Ja, dat had hij moeten doen. Maar ook op dat moment had Cruijff gelijk. Hij heeft altijd gelijk. Hij heeft verstand van voetbal. Meer is het niet.' PdM: 'Als we in Nederland ooit een gekozen president krijgen, maakt Cruijff een goede kans. Hij zal zich alleen niet urenlang over voetbal praten, waarom zou je er niet een mooi lied over kunnen maken?' Bij Ajax, Jan Rot de Mokum Band, 1981 De jeugd die heeft de toekomst, dat kun je hier goed zien Voeg daar dan nog Kurt Linder bij, der Mann von Disziplin Temidden van dit alles straalt nog immer Tscheu-la Ling En Ajax wordt weer kampioen dat is een zeker ding Dus zit ik elke keer weer bij Ajax, bij Ajax Dus zit ik elke keer weer bij Ajax in De Meer. PdM 'Jan Rot. Laat nog even aanstaan.... Ja, Jan Rot. Slechte camp. Helemaal niets.' TA 'Wees er maar trots op dat je Jan Rot herkent. Verschrikkelijk. Naar de top gaat over een jongen die de beste voetballer van de wereld wil worden. Het is een lied over universele drijfveren. Zo'n Jan Rot komt niet verder dan het vertellen van een jeugdherinnering. Ik ben niet onder de indruk van wat die jongen doet.' 'Ik ben opgevoed met Ajax. Ik was een jaar of zeven toen m'n vader me meenam naar de staantribune. Johnny Dusbaba en Tscheu-la Ling speelden toen net bij Ajax. M'n vader speelde, met al z'n broers, bij Zeeburgia. In een tijd dat die club nog iets voorstelde trouwens. Hij was bevriend met Piet Keizer. Tot het moment dat Piet Keizer vorig jaar het eerste exemplaar van onze cd uitreikte, hadden ze elkaar jaren niet meer gezien.' PdM 'Ik ben Feyenoorder. Op de vraag waaróm heb ik jarenlang geen goed antwoord meer gehad, maar ik heb goede hoop dat ik dat het komende seizoen weer weet. Ik kom uit Dronten. Als je klein bent kies je op een bepaald moment een club. Rond m'n tiende was ik voor Feyenoord én AZ '67. AZ had een goede ploeg: Kist, Tol, Nygaard, Metgod. Toen hun succesperiode voorbij was, werd het weer helemaal Feyenoord. Dat is het gebleven. Ik ben nu op een leeftijd dat je je niet meer kunt bekeren.' TA 'Op m'n zesde heb ik me móéten bekeren. Ik was voor PSV. Ik was een ontzettend grote fan van Willy van der Kuijlen. Of ik het nou gehoord of zelf gezien had maakt niet uit, maar de wetenschap dat Van der Kuijlen een bal uit stilstand dóór het net kon schieten fascineerde me mateloos. Ik had een rood mapje waarin ik allerlei dingen over PSV bewaarde. Tijdens een vakantie in Italië kreeg m'n broer Dirk van m'n vader de opdracht mij mee uit wandelen te nemen. We mocht pas terugkomen als ik Ajacied was geworden. Wat hij precies heeft gezegd weet ik niet meer, maar 's avonds hebben we ritueel mijn PSV-boekje in de barbecue verbrand.' PdM 'Vier, vijf jaar geleden was iederéén voor Ajax. Allerlei bekende mensen zaten opeens op de VIP-tribune. Ajax was het helemaal. Mensen als Van Gaal en Van Praag droegen daar nog het hunne aan bij door te roepen dat Ajax de beste club van Europa en de wereld was. Op dat moment was dat ook zo, maar tegelijk was ik reuze benieuwd hoe dat twee of drie jaar later AJAX MAGAZINE OKTOBER 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 235