kaartcontrole, waardoor toch iedereen op tijd het stadion binnen kon komen. Niet alleen bij de kaartcontroles was het dringen. In oktober 1941 vermeldde De Telegraaf een verkeerschaos van het Centraal Station naar de Middenweg, die veroorzaakt werd doordat de gemeente Amsterdam te weinig trams had ingezet. Er waren veel passagiers voor tram 9, die naar het Ajax-stadion reed. Aangezien de wedstrijd Ajax - Feyenoord op die dag gespeeld werd, ontstonden er diverse opstoppingen voor het station. Telkens als de tram voorreed, vond een wilde run op de wagens plaats. Ver na het begin van de wedstrijd zou op het stationsplein nog om een plaats in de tram gevochten zijn. De eindstand was overigens 2-1 in het voordeel van Ajax. De 29.000 plaatsen in het Ajax-stadion waren niet alleen bij de immer beladen ontmoeting Ajax - Feyenoord uitverkocht, maar tevens bij vrijwel alle kampioenschappen en een groot aantal derby's. Voor de wedstrijd tegen Blauw Wit in januari 1943 en tijdens de bekerfinale tegen DFC in juni 1943 zette Ajax hulptribunes in om de toeschouwers genoeg plaats te kunnen bieden. Ondanks die extra voorziening moesten vele fans zich met staanplaatsen tevreden stellen. Toegangsbewijzen voor dit soort wedstrijden waren dusdanig gewild dat er een levendige zwarte handel in entreekaartjes bestond. Met name voor de toegang tot kampioenswedstrijden werden gedurende de hele oorlogsperiode hoge bedragen geboden. Dit was ook het geval bij een van de laatste bekerwedstrijden tijdens de bezetting, de ontmoeting tussen Ajax en Blauw Wit in mei 1944. Voor aanvang van die wedstrijd waren politieagenten driftig op jacht naar zwarte handelaren in toegangskaartjes. Doordat dezelfde actie een week eerder nog gehouden was, werden echter 'slechts' vijftig kaartjes in beslag genomen, aldus het verslag in de krant. Toenemende moeilijkheden Het is duidelijk dat de bal ook, of misschien wel juist tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef rollen. Door de sportstimulerende politiek van de bezetter werden de spelers in staat gesteld het spel te blijven spelen. Ondanks praktische beperkingen, zoals de verduistering en de vorderingen van de Ajax-terreinen, kon de competitie redelijk 'normaal' gespeeld worden. Vanaf medio '43 namen de moeilijkheden en de ingrepen in de voetbalwereld echter steeds nijpender vormen aan. Zaken als materiaalschaarste, voedseltekorten en vervoersproblemen zorgden voor toenemende moeilijkheden. Ook kwam het steeds vaker voor dat het luchtalarm tijdens een voetbalwedstrijd af ging. Als gevolg van de vele gevallen van vals alarm reageerde het publiek steeds onwilliger op het verzoek om de tribunes te verlaten. Een ander ernstig gevolg van de oorlog was het verdwijnen van een steeds groter wordend aantal voetballers uit de competitie. Ten gevolge van de anti-joodse politiek van de bezetter waren joden vanaf het najaar van 1941 verstoten uit het maatschappelijke leven en daarmee ook uit het sportleven. Anders dan men, afgaande op het feit dat bepaalde supportersgroepen en ook tegenstanders van Ajax de club vandaag de dag als 'joods' bestempelen, misschien zou denken, hebben de anti- joodse maatregelen tijdens de bezetting weinig invloed gehad op de team samenstelling van Ajax. Bij Ajax hebben namelijk niet méér joodse spelers gevoetbald dan bij andere Amsterdamse clubs. Het waren hooguit één a twee spelers per team die om deze trieste reden vervangen moesten worden. Niettemin werden spelersproblemen Voor de wedstrijd Ajax - Feyenoord op 12 oktober 1941 was zoveel belangstelling dat lijn 9 de toevoer van publiek niet aankon en velen het stadion pas bereikten toen de wedstrijd al begonnen was. onvermijdelijk. Door de arbeidsinzet moesten diverse spelers van het eerste team één of meer competities missen. Er moest steeds meer geïmproviseerd worden om te kunnen blijven spelen. In het najaar van 1944, aan de vooravond van de Hongerwinter, ging het echt niet langer. De NVB besloot dat de competitie van het seizoen 1944-1945 moest worden afgelast. Vrijwel direct na de bevrijding werd de eerste na-oorlogse competitie volgende de bestaande competitie-indeling van het laatste oorlogsseizoen gespeeld. Ook toen wilde men de bal zo snel mogelijk weer laten rollen. Bovengenoemde problemen die de voetbalwereld in toenemende mate gingen beheersen, worden behandeld in het tweede deel van dit artikel, dat verschijnt in de volgende aflevering van Ajax Magazine. Susan Smit studeerde Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. In 1997 schreef ze haar doctoraalscriptie 'De bal bleef rollen. Ajax binnen voetballend Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog'. Momenteel werkt ze in dienst van onderzoeksbureau Diopter aan een onderzoek naar het topsportklimaat in Nederland. Foto: Archief Ajax AJAX MAGAZINE OKTOBER 1998 181

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 187