Jodenbuurt rond het Waterlooplein in zijn greep hielden. Deze drijfjachten op de joodse Amsterdammers gingen vooraf aan de Februaristaking van 25 en 26 februari. Het tijdstip van deze competitiewedstrijd bevestigt de opvatting dat de sport gewoon door moest gaan. Het duel eindigde bij een stand van maar liefst 9-1 in het voordeel van Ajax. Een andere veelzeggende datum in de bezettingsgeschiedenis van Ajax is 27 juni 1943. Op die dag speelde Ajax in Utrecht om de halve finale van de NVB-beker. De 'K' van 'Koninklijke' was inmiddels verboden door de Duitsers. Dit verbod gold overigens niet alleen voor sportbonden, maar ook voor instellingen, stichtingen en namen van firma's. Het duel in Utrecht won Ajax met een overtuigende 8-0 van Wageningen. Na de terugreis per trein nuttigde het team zoals gebruikelijk een diner in het Ajax-stadion. Wat de Ajacieden echter niet wisten, was dat diezelfde dag in Amsterdam-Zuid een grote razzia was gehouden. De spelers Gé van Dijk en Joop Stoffelen merkten op weg naar huis pas iets van de onrust. Bij het toenmalige Koloniaal Instituut, tegenwoordig het Tropenmuseum, werden ze door drie Duitse soldaten aangehouden. Doordat de Ajacieden hun voetbalschoenen toonden en met veel overtuiging over PokalspieF praatten, mochten ze doorgaan. Met de 'knijpkat' naar de clubavond Gedurende de jaren '40-'45 had het sociale clubleven extra waarde voor Ajax en werd het belang van een hecht verenigingsleven voortdurend benadrukt. Het bestuur riep in 1941 alle spelers op hun 'sportieve krachten in dienst te stellen voor een saamhorigheid die juist nu zo dringend nodig is om onze vereniging mede te houden aan de spits van het Nederlandsch voetbal'. Ajax deed niet alleen een beroep op de spelers van het eerste elftal om het verenigingsleven te stimuleren, maar richtte zich tot alle leden. Belangrijke hulpmiddelen hierbij waren het clubblad en natuurlijk de clubavonden bij hotel Suisse aan de Kalverstraat. De informatie die Ajax via het clubblad verspreidde, werd al snel aan banden gelegd door het clubbladverbod dat de bezetter in maart 1941 afkondigde. Toen vervolgens 'in verband met de dreigende papierschaarste' ook de mededelingenbladen van sportclubs aan banden werden gelegd, kregen juist de wekelijkse clubavonden meer waarde. Maar ook deze bijeenkomsten werden door de verplichte verduisteringsmaatregelen steeds lastiger te bezoeken. De straatverlichting was 's avonds overal gedoofd en ook uit de huizen mocht geen straaltje licht komen. Alleen de zogenaamde 'knijpkat', een lantaarn met een handdynamo, zorgde voor wat licht. Vooral op donkere winteravonden was het voor de Ajax-leden niet eenvoudig om de weg te vinden in de stad. In Amsterdam vielen in 1940 maar liefst 450 inwoners in de grachten, van wie er 55 verdronken. Van de 60 Duitsers die in het water vielen kwamen er 22 niet levend uit. Van twaalf uur 's nachts tot vier uur Foto's: Polygoon/Van Bilsen Gerrit Keizer tweemaal geklopt tijden Blauw Wit-Ajax (2-0) op 18 oktober 1942 in het Olympisch stadion. Henk Blomvliet (foto boven) komt aanlopen als Bergman van Blauw Wit (midden) de bal reeds langs doelman Keizer geschoten heeft. Doelpuntenmaker Wijngaarden is al uit beeld als Keizer plat gaat bij het tweede doelpunt (foto onder). AJAX MAGAZINE OKTOBER 1998 175

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 181