geen verdere uitleg. Mark Stuut speelde
daarvoor op die plaats, terwijl ik weer
rechtshalf was en meneer Otto heeft dat
omgewisseld. Ja, die plaats is mij op het lijf
geschreven, middenin het elftal. Ik ben
oorspronkelijk rechtsbenig en mijn linker
moet nog verbeteren, maar het gaat ook
met dat linkerbeen steeds beter. Zeker in
de A-junioren ben ik mij ervan bewust
geworden hoe belangrijk het is om
tweebenig te zijn.'
Intelligentie en intuïtie
Spelen op 4. Wie Pascal Heye op die positie
aan de gang ziet, merkt dat hij van alles wat
heeft. Dat op die plek zijn intuïtie en zijn
intelligentie (die door ervaring en
leergierigheid nog zal moeten verbeteren)
het best tot zijn recht komen. Hij kan
anticiperen, leert beetje bij beetje hoe druk
te zetten op zijn tegenstander, kan het
goede moment kiezen om de aanval te
steunen, speelt zijn aanvallers goed aan en
bovendien heeft Pascal een uitstekend
schot. Doelpunten maken hoort ook bij
zijn spel. Bij de ontwikkeling van zijn
kwaliteiten op de bijzondere positie 4 hoort
nog het tactische inzicht wanneer ruimte te
laten voor de speler voor hem en wanneer
in te schuiven om zich offensief nuttig te
maken. Het leerproces is in volle gang van
de speler die vroeger Gerald Vanenburg als
idool had. 'Een mooie technische voetballer
die speelde op souplesse,' verklaart Pascal
zijn voorkeur. 'Maar Edgar Davids is nu
meer een voorbeeld voor mij. Zijn manier
van voetballen, met inzicht en techniek, en
zijn passie zijn geweldig. Edgar is een speler
die constant betrokken is in het spel.'
Aldus Pascal Heye, die geen enkel geheim
maakt van zijn ambitie: 'Ajax 1, dat is mijn
doel, dat wil ik bereiken. De Ajax-stijl is
ideaal en ik speel hier al tien jaar. Dan is het
toch logisch dat je iets voelt voor die club.
Liefde? Ja... zo kan je het best wel noemen.
Natuurlijk, het voetballen is een vak aan
het worden, is het eigenlijk al. Maar laat ik
het zo zeggen, het ligt dicht bij liefde.'
De liefde die zo mooi spreekt uit het
fotootje van de E-junior die, met de voet op
de bal, trots poseert met zijn collega
rechtsbuiten, de gearriveerde Johnny van
't Schip, voor de wedstrijd Ajax - Willem II.
Het is nu bijna tien jaar later. Johnny van
't Schip is trainer bij Ajax, net als de
toenmalige captain van Ajax 1, Jan
Wouters. Slechts een enkeling weet zich Pal
Fischer nog te herinneren. En dat kleine
jongetje, de mascotte, dat staat op de
drempel van volwassenheid. Gretig en
kundig, werkend aan de laatste stap die
hem ooit naar Ajax 1 moet brengen. Er valt
nog veel te leren. Maar het kan.
138
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1998