Komt Ajax ooit
van zijn imago
Ajax werd vorig seizoen voor de 27ste keer kampioen van
Nederland. Het gebeurde met een suprematie die de echte Ajax
supporter zo graag ziet. Dezelfde suprematie wordt door de
tegenstanders van Ajax vaak als arrogant uitgelegd. Hoe zit het
eigenlijk met het imago van Ajax? Is Ajax echt zo arrogant, of is
er slechts sprake van gezonde bluf en bravoure? Ajax Magazine
toetste de mening van enkele kenners van de club.
P£ R0NPV1UA<3
door Jeroen van den Berg
Het blijkt een gevoelig onderwerp, Ajax en
de vermeende arrogantie.
Vertegenwoordigers en aanhangers van
andere clubs spreken er soms schande van,
noemen de zelfverheerlijking van
Ajacieden zelfs walgelijk. Wat dichter bij
huis wordt heel anders gedacht. Dat Ajax
kampioen wordt is normaal, vindt de
trouwe aanhang. Het is alleen de vraag hoe
gSj||w
Ajax kampioen van Nederland wordt. Een
echte Ajax-supporter lijkt pas tevreden
wanneer er met minimaal vijf doelpunten
verschil gewonnen wordt. Winst alleen
vindt de Ajax-supporter niet voldoende,
winst is vanzelfsprekend. Het moet ruim
gebeuren, of met schitterend voetbal. En
liefst allebei.
Het siert Ajax dat oogstrelend voetbal altijd
een uitgangspunt is geweest. Het streven
naar perfectie op technisch gebied kan
echter tot afgunst leiden. Zelfs binnen de
eigen gelederen is waakzaamheid geboden.
Zo zei Wim Kieft ooit dat Ajacieden enge
trekjes kunnen krijgen wanneer ze zich
onaantastbaar achten. 'Dat gepraal met het
stadion, het openlijk zeggen dat je de beste
bent, dat het tijd wordt dat Ajax
"Koninklijk" wordt genoemd. Ze wanen
zich onaantastbaar, dus beginnen ze door
te slaan,' aldus Wim Kieft in Vrij
Nederland van 3 september 1994. Recenter
is de stelling die J.P.M. Suijs verdedigde
aan de Katholieke Universiteit Brabant:
'Mensen hebben de neiging zich arroganter
te gaan gedragen naarmate hun affiniteit
met de voetbalclub Ajax toeneemt.' Aldus
drong Ajax' imago door tot de wetenschap,
al is het dan in de vorm van een ludieke
laatste stelling van een vermoedelijke PSV-
aanhanger.
Het zijn slechts twee voorbeelden. Wie de
vorige jaargang van Ajax Magazine er nog
eens op naslaat, zal uit de monden van de
cabaretiers Theo Maassen (nummer 4) en
Gerard Cox (nummer 6) woorden van
ongeveer dezelfde strekking opgetekend
zien. Ook Morten Olsen liet zich in
Richard Witschge weet
zich matchwinnaar als
hij Ajax vlak voor tijd
op een 1-0 voorsprong
gebracht heeft tegen
De Graafschap
(november 1997).
nummer 8 over het onderwerp uit, naar
aanleiding van een stuk in het Algemeen
Dagblad waarin Ajax wederom als arrogant
werd omschreven.
Wat vinden Ajacieden zelf van hun imago?
Aanvoerder Danny Blind staat
aanvankelijk een beetje sceptisch tegenover
84
AJAX MAGAZINE AUGUSTUS 1998