- 11
ft
ACAXlltUH
door David Endt
illustratie Thijs Damsma
DaaTzit-i& In het midden met een blozend
gezond lachend gezicht tussen zijn
kameraden. Hij is een stevige kerel en ik
weet dat hij de aanvalsleider was. Een man
van doelpunten. Maar meer weet ik niet
van die voetballer. Was hij technisch
begaafd, moest hij het van zijn inzicht of
zijn overzicht hebben? Was hij een
dribbelaar of een snelle jongen die rap
voorbij de stopper glipte? Of was hij een
stevig aanspeelpunt dat met lichamelijke
kracht zijn plaats in scoringspositie
afdwong?
Ik weet het niet. Graag zou ik het weten,
maar er zijn geen beelden voorhanden om
Rinus Michels de Voetballer te leren
kennen. Zelfs de foto's vertellen te weinig.
Ik ken Michels slechts als Meneer Michels.
Michels de Trainer, de initiator van het
grote Ajax, dat hij, geholpen door een
vracht talent, naar glorie en
professionaliteit kneedde.
Zijn allereerste training. Zo van JOS naar
Ajax. Dat was nieuws genoeg om een
televisieploeg naar toe te sturen. Een
weelderige heg rond het veld. Daarachter
de oude getrouwen, de vaste volgers van
Ajax, die met instemming op het veld een
oude vriend zagen. Michels aan het werk.
In trainingspak tussen de Ajacieden op het
terrein voor het stadion. Norse, nee, stoere
blik en houding. Het was alsof voetballen
van het ene op het andere moment van
hobby werk was geworden.
De trainer van Ajax. Die vroeg je niet
achteloos om een handtekening. Je
bewaarde afstand door de
vanzelfsprekende autoriteit van die
meneer. Een autoriteit die gewicht kreeg
door dat specifieke stemgeluid. Een ijzeren
geluid, zinnen als brokkelende
rotsblokken.
Soms scheen er zon op dat ijzer. Lachende
Meneer Michels. Dezelfde lach als op die
elftalfoto uit 1953. Het maakte Meneer
Michels een andere man, een olijke man
met warmte. Humor in zijn ogen. Zijn
lachen was aanstekelijk. Van symbool werd
die Meneer Michels mens.
Tja, daar zit-ie. In het midden op de
elftalfoto. Een Ajacied. Een Ajacied in hart
en nieren. Ooit, generaties geleden, Ajax
was piepjong, werd een Michels door Ajax
afgewezen als lid. Zijn illussie werd
desillusie, maar ook niet-spelend bleef hij
Ajacied. Niet genoeg talent. De volgende
generatie nam 'wraak'. Lees het Vijftig Jarig
Jubileumboek. Meneer Michels, toen
voetballer Rinus Michels, schrijft daarin
mooie regels: Men behoeft niet over veel
fantasie te beschikken om te kunnen
voorspellen, dat die aap van een jongen met
zijn bollewangenhapsnoet, de eerste manlijke
telg van de familie Michels, voorbestemd
werd eens de strijd met het bruine monster
aan te binden... Nooit zal ik mijn tiende
verjaardag vergeten. Toen toch - het staat me
nog voor of't gisteren was - vond ik
's morgens op de tafel een paar
voetbalschoenen, én... een Ajax-shirt (hoe
kon 't anders).
Meneer Michels, tienjarig jongetje, reuze
trots op zijn Ajax-schap, die jaren later met
zijn maatje Cor van der Hart op een dakje
klimt om naar De Volewijckers - Ajax te
kijken en zegt: Cor, ouwe jongen, zo staan
wij ook eens in het veld. Michels, rood-wit
hart. 9 juni 1946. Het debuut. Achttien
jaar. Vijf doelpunten Michels tegen ADO.
Soms door ambitie losgewrikt uit Mokum.
De Bollewangenhapsnoet werd tot
Generaal gemaakt, is wereldburger
geworden, maar blijft onlosmakelijk
verbonden aan zijn Ajax-stad, zijn Ajax-
club, zijn Ajax-hart.
IJzeren geluid, zinnen als brokkelende
rotsblokken. Verscholen humor. Generaal.
Meneer Michels. Voetbalhoogleraar.
Bollewangenhapsnoet. Ajacied.
Het werk van Thijs Damsma is te
bezichtigen bij Galerie Peter Bax,
Singel 82, 8601 AM Sneek
AJAX MAGAZINE AUGUSTUS 1998
73