De jongen naast hem dacht dat De Wolf een grapje maakte. De vernietigende blik van De Wolf maakte aan zijn gegrinnik onmiddellijk een eind. 'Peter Struik, jij bent gewaarschuwd,' siste De Wolf. De deur ging open. Vriezema kwam de studiezaal binnen. 'Goedemorgen, jongelui. Zijn jullie allemaal klaar voor de grote dag? Eh... De Wolf, ben je klaar met ze?' Zonder een antwoord af te wachten, liep hij de studiezaal weer uit. Door de halfgeopende deur konden ze hem zien staan, ongeduldig wachtend. Vriezema was de andere surveillant. 'En dan lopen jullie nu rustig achter meneer Vriezema aan naar de eetzaal.' De FotoAllsport Wolf drukte zijn sigaret uit en stond langzaam op. 'En wat denkt u dat we daar gaan doen, meneer Struik?' De plotseling bulderende stem van De Wolf deed iedereen verstijven. Zijn priemende kraaloogjes duwden Peter Struik terug in zijn bank. Muisstil liepen ze even later achter meneer Vriezema aan naar de eetzaal. 'Heb jij geen manieren geleerd?' Vriezema tikte hem ruw op zijn vingers toen hij een boterham wilde pakken. De Wolf stond in het midden van de eetzaal en deed het ochtendgebed. Met gesloten ogen wachtte iedereen tot hij uitgesproken was. Thuis hadden ze nooit gebeden voor het eten. Thuis at je als je honger had. Door zijn wimpers heen keek hij naar de gedekte tafel. Thee en melk in kannen op de hoek, wit en bruin brood in een mand in het midden van de tafel, een metalen plank met plakken kaas en boterhamworst. In een glazen schaaltje een klomp margarine, ernaast in een plastic bekertje een bodempje hagelslag. Hij had honger. 'Hazzebazzellekoren hozzellekade Amen, eet smakelijk.' Geduldig wachtte hij tot Vriezema aan de beurt geweest was. Het brood was oud. De kaas zweterig. De thee was lauw, evenals de melk. De hagelslag was lekker, al hield hij niet zo van puur. Zijn oog viel op de krant die naast het bord van Vriezema lag. Berichten uit de buitenwereld. Thuis had hij nooit kranten gelezen. Waarom zou-ie ook? Hij was zelf nog deel van de buitenwereld. 'Cruijff naar Barcelona!' schreeuwde de sportpagina. Ook dat nog. Cruijff weg bij Ajax. De geruchten deden al weken de ronde, maar hij had ze nooit geloofd. Nooit willen geloven. Cruijff was Ajax. Boven zijn bed had de krantenfoto gehangen waarop Cruijff voor zeven jaar bij Ajax tekende. Hij had het artikel meegenomen, om het ook hier op te hangen. Net als thuis. De Wolf vouwde zijn krant op. Het ontbijt was ten einde. Ze moesten naar de slaapzaal om hun bed op te maken. In zijn kamertje trok hij het beduimelde krantenknipsel van de muur en verscheurde het. Het was er nooit geweest. Hij spoelde de snippers door de gootsteen. Het papier klonterde samen in de afvoer. Hij liet zich op bed vallen en staarde naar het plafond. Hij was verraden. Het leven verplaatste zich. In een razendsnel tempo, en hij bleef moederziel alleen achter. Met lege handen. Tranen welden op in zijn ogen. Al de tweede keer dat hij huilde sinds hij hier was. Hij schudde zijn hoofd en stond op. Dat nooit. Hij draaide de kraan uit en keek in de spiegel. Zijn roodomrande ogen keken verbaasd naar wat ze zagen. 'Er bestaan geen helden meer!' Hij grinnikte. In de verte hoorde hij een bel rinkelen. Over vijf minuten begon zijn eerste dag. Voor de zoveelste keer vandaag. AJAX MAGAZINE AUGUSTUS 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 66