haar eindelijk gelukt.
Bij de hoofdingang was hij blijven staan.
Hij zou alleen door die deur gaan. Zonder
omkijken, met rechte rug. Op het bordes
zette hij zijn tas neer en zei haar
nadrukkelijk gedag. In de verte kwamen
twee jongens de oprijlaan opgelopen. Hij
moest snel zijn. Hij gaf zijn stiefmoeder
een hand en mompelde een kort afscheid.
'Zal ik echt niet even met je meelopen?
Weet je wel waar je naartoe moet? Wat een
enorm gebouw.'
'Nee. Ik red me wel.'
Waar bemoeide ze zich mee? Zijn moeder
zou precies geweten hebben wat ze had
moeten doen. Maar als zijn moeder er nog
was geweest, hadden ze hier nu niet
gestaan. Hij slikte. Snel aan iets anders
denken.
'Heeft u wat geld voor me?'
Ze stopte hem een tientje toe, dat ze
blijkbaar al in haar handen had gehad.
Toen hij zijn tas oppakte gaf ze hem nog
snel een kus bovenop zijn haar. De tranen
sprongen in zijn ogen. Dit was gemeen.
Hij wilde met opgeheven hoofd hier
binnenkomen, niet met betraande wangen.
Zonder omkijken liep hij de lange gang in.
Kostschool. Het woord allen al had voor
hem een magische klank gehad. Het begrip
ging gehuld in een nevel van
geheimzinnigheid. De plek waar de
vriendschappen werden gesmeed... De
Wolf liet er weinig van heel.
Zijn onaangename stem vulde de
studiezaal en liet geen ruimte voor de
verhalen die de voorbije weken een eigen
leven waren gaan leiden.
'Kortom, het reglement is vrij eenvoudig.
In de studiezaal wordt gestudeerd. Op de
slaapzaal wordt geslapen. De recreatiezaal
is bestemd voor recreatie. De namen
zeggen het eigenlijk al.'
De Wolf liet een pauze vallen en stak een
sigaret op. Hij leunde achterover en blies
een wolk rook omhoog. Naar de grote klok
die boven hem hing. Nog tien minuten tot
het ontbijt.
'Maar wie daar anders over denkt, kan
daarover uitgebreid met mij van gedachten
wisselen'.
AJAX MAGAZINE AUGUSTUS 1998