De toewijding van een supporter De fotoalbums van Joop Stoffelen In de rubriek 'Museumstukken' worden voorwerpen belicht uit het Ajax Museum In deze aflevering aandacht voor de fotoalbums van Joop Stoffelen, een Ajacied die in de jaren veertig furore maakte. De vier albums werden aan het eind van Stoffelens carrière gemaakt door een trouwe fan. In het museum zijn er twee te zien. Toen Joop Stoffelen in 1952 een punt zette achtjlr zijn carrière als voetballer, kon hij terugblikken op een bewogen loopbaan. De stoffelijke bewijzen daarvan bevonden zicMlftalloze schoenendozen boordevol foto's, krantenknipsels, vaantjes, medailles en andere souvenirs. Stoffelen was vijftien toen hij lid werd van Ajax en hij debuteerde in 1940 op negentienjarige leeftijd in het eerste. Hij kreeg niet de gemakkelijkste opdracht, want hij moest spelen op de spilplaats. Die positie was daarvóór maar liefst vijftien jaar bezet geweest door de legendarische Wim Anderiesen. Anderiesen was met ruim 300 wedstrijden in Ajax 1 en 46 in Oranje bijna de verpersoonlijking van 'de spil' in Nederland. Maar Stoffelen speelde direct zó sterk, dat hij de nieuwe spil van Ajax werd en dat bijna drie jaar lang bleef. Stoffelen was een echte middenvelder in de Ajax-stijl. Hij was aanvallend ingesteld, lanceerde de voorhoedespelers, gaf bekeken passes en was met snelle dribbelpasjes ook sterk aan de bal. Alleen verdedigend liet hij weieens een steekje vallen, en misschien raakte hij daarom zijn MMSEMMSEMKKEN door Carel Berenschot foto Louis van de Vuurst positie als spil uiteindelijk kwijt aan Jany van der Veen. Ajax was toen overgestapt op het iets verdedigendere 'stopper-spil- systeem', waarbij de centrale middenvelder de midvoor van de tegenpartij moest afstoppen. Stoffelen verhuisde tegen zijn zin naar de linkerkant van het middenveld, maar bleef op niveau presteren, zodat hij in 1947 werd geselecteerd voor het Nederlands elftal. Rond 1950 raakte voetballend Nederland in rep en roer omdat steeds meer spelers met hun liefhebberij ook hun brood wilden verdienen. Profvoetbal bleef in Nederland echter volstrekt taboe en daarom trokken die spelers naar het buitenland. Zo ook Joop Stoffelen, die eerst een half seizoen voor Racing Club de Paris speelde en daarna twee jaar voor FC Toulouse. Bij zijn terugkeer in Nederland in 1952 werd hij als profvoetballer 'besmet' verklaard en besloot hij als trainer aan de slag te gaan bij Neerlandia. Toen het beroepsvoetbal korte tijd later in Nederland toch werd toegestaan, mocht ook Stoffelen weer gaan voetballen. Even was hij nog trainer-speler, maar die periode duurde zo kort dat ze geen naam mag hebben. Een welverdiend monument Zolang voetbal bestaat, zijn er supporters, maar er zijn vele manieren waarop mensen hun clubliefde belijden. De meeste supporters beperken zich tot het bezoeken en - sinds de jaren zestig - op de televisie bekijken van wedstrijden. Anderen gaan verder en verzamelen ook spulletjes en foto's van hun club en de spelers. Een speciale categorie vormen die supporters die vervolgens hun verzameling aanbieden aan hun favoriete speler. Toen Joop Stoffelens spelerscarrière ten einde liep, kwam hij in contact met zo iemand. Het is inmiddels bijna vijftig jaar geleden, en daarom herinnert de heer Stoffelen zich de toedracht niet meer AJAX MAGAZINE AUGUSTUS 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 60