Weerzien
Ze zwermden uit naar alle hoeken van de wereld. De competitie
zat erop, de schoenen werden in het vet gezet en de vliegtickets
afgehaald. Waarheen gingen ze? Ze gingen naar Georgië en naar
Volendam en naar Finland en naar Nigeria en naar Denemarken
en naar Duitsland (om te trouwen) en naar Portugal en naar
Schoorl en naar Zuid-Affika en naar Argentinië. Even weg van het
voetbal. Het gras kon zich een periode lang laten groeien. Rust.
Rust? Nee, geen echte rust want er was een wereldkampioenschap
te spelen en dat betekende dat het gras van de Arena zo goed en zo
kwaad als het ging nog even in conditie moest blijven. Want
Oranje, vol ambitie, vol van ingepompt geloof in eigen kunnen,
sloeg zijn tenten op in Amsterdam.
CÖIMMN
door David Endt
foto Louis van de Vuurst
Andere kleuren, afwijkende tassen, een verschillend kostuum,
andere klanken in kleedkamer 1. En het weerzien met de oud-
Ajacieden zorgt voor mooie momenten. Hoewel de Arena
catacomben slechts door de foto's herinneringen aan de Meer
ademen, is het voor veel van de spelers van het Nederlands elftal
onveranderd een soort thuiskomst. Terug bij hun club. Ajax is
thuis. Voor Aron en voor Dennis, voor Wim en voor André, en
voor Clarence, voor Patrick en Johan, voor Frank en voor Edgar,
voor Mare en voor Michael. Al naar gelang de - aangeleerde of
oorspronkelijke - landsaard schudden wij handen, slaan elkaar op
de schouder of omhelzen elkaar. In het washok zit Winston aan
tafel bij Dela en Richard te genieten van een beker thee alsof hij
nooit is weggeweest en Mare scharrelt door door het schoenenhok
van Sjaak Wolfs met dezelfde vanzelfsprekendheid waarmee hij dat
jarenlang deed.
En natuurlijk zijn zij er trots op dat hun portret in de Oranje
galerij hangt. Ze zullen het niet hardop zeggen, maar hun ogen
zoeken naar hun beeltenis en er glimt trots door in hun oogopslag.
Ajax - bij terugkomst in die rood-witte omgeving merken zij hoe
een onverwacht thuisgevoel zich openbaart. Hier voetbalden zij als
junioren, in een rood-wit shirt speelden zij op Voorland, stapten
in de bus om naar het jeugtoernooi in Montaigu, Lier of
Groningen te reizen. Met verwachtingsvolle harten en met in hun
kielzog de ouders die meegingen, meeleefden, meegenoten. Soms
worden die momenten vergeten. Zakelijkheid overwoekert het
sentiment. En daar kunnen breuken uit voortkomen en dan
verandert de liefde af en toe in haat, onbegrip en gebrek aan
respect. Eigenbelang doet de innerlijke beschaving geweld aan. De
herinneringen tellen niet meer. Maar altijd komt de werkelijke
waarde terug. Lopend door de kleedkamergang en kijkend naar het
fotowerk dat herinnert, beseffen zij opeens hoeveel van Ajax er in
hun geest verblijft. In de drukte van de extreme
prestatiemaatschappij in Milaan, Madrid, Turijn, Londen,
Barcelona is er voor dat besef geen ruimte. Waar dan ook bestaat
geen ruimte voor dat besef. Maar hier in de Ajax-sferen, met oude
bekenden om hen heen en in de betrekkelijke rust drukt er iets
moois op het hart, een gevoel dat voorbij de zakelijkheid gaat want
de wortels ervan liggen in de onbevangen, ongekuntselde jaren van
genot, hoop en verwachting. Hoe was het ook weer, de eerste
wedstrijd in de hoofdmacht? Trotse ouders en fiere leiders zaten
op de tribune. Ouders die eerst onwennig hun entree in het
spelershome maken en daar naar verloop van tijd een sociaal
referentiepunt worden. Ook zij zijn Ajax, trots op hun zonen maar
ook trots op hun club; ja, hun club!
Een dag later zijn de Nigerianen in de Arena als tegenstander van
Oranje. Maar ook bij hen leeft Ajax, in de personen van Finidi en
Kanu en Oliseh en Babangida. Hun eerste stappen op topniveau
deden zij bij Ajax, hier werden zij beroemd. En ze maken zich
lachend druk over het ontbreken van hun portret in de galerij. Zijn
zij dan geen Ajacieden?! Natuurlijk, zij zijn het ook en het is waar,
ook de buitenlandse Ajax-internationals verdienen een plaats in de
kleedkamergang. Ze hebben het goed waar zij nu wonen,
voetballen, werken. Maar zij missen Amsterdam, heerlijke tijd,
onvergetelijke momenten, geweldige overwinningen, wat een
ploeg. Zonovergoten gedachten aan het Ajax-schap. De
knelpunten voorbij, de haat is allang weer liefde geworden. Wat
blijft is de parade van schitterende herinneringen die zorgen voor
een gevoel van thuiskomst.
AJAX MAGAZINE AUGUSTUS 1998