een steeds grotere verwijdering zien. Er
gebeuren dingen in het voetbal, de
voorbeelden weet iedereen, die door
niemand meer worden begrepen. Ook niet
door mij. Misschien dat ik met Ajax ook
maar eens naar de fabriek moet. Zeker de
jonge jongens die uit de opleiding komen,
leven al van jongs af aan in een wereld die
met het echte leven, om het zo maar te
noemen, niets te maken heeft. Ze kunnen
er niets aan doen, want ze zetten alles op
alles om profvoetballer te worden. En ook
in die opleiding wordt al veel van ze
gevraagd. Maar het zou in ieder geval goed
zijn om te weten wat voor mensen er
eigenlijk op de tribune zitten, die voor je
juichen en klappen en die je gelukkig kunt
maken door mooie dingen te laten zien en
te winnen. Betaald voetbal is er bij de
gratie van de identificatie. Dat besef is niet
meer overal aanwezig.'
De vraagtekens
Olsen wordt nooit vrolijker als hij het over
ethiek en moraal heeft. Hij kan vrolijks in
het voetbal vinden, noch in de
maatschappij. De verloedering neemt hij
overal waar. Voor zichzelf probeert hij zijn
hoge normen onverminderd waar te
maken. Er werd gedacht dat Olsens
mildheid ten opzichte van de broers De
Boer aan louter strategische motieven was
ontsproten. Hun kritiek op zijn
functioneren moet hem hebben geraakt,
maar Olsen zal zijn ziel nooit blootgeven,
gehard als hij is in het voetbal- en het
persoonlijke leven. Of er sprake is van een
teleurstelling zal niet uit zijn mond kunnen
worden opgetekend. Hij heeft het nog
altijd liever over de voetbalkwaliteiten van
de ongedachte enfants terribles.
Olsen: 'Alle drie Ajacieden in Oranje
hebben op het WK getoond dat ze van
wereldklasse zijn. Wij wisten dat al langer
natuurlijk, maar nu heeft de hele wereld
het kunnen zien. Het zijn uitzonderlijke
spelers, met verschrikkelijk veel ambitie.
Kijk maar naar de tranen van Van der Sar.
Het verbaasde mensen dat hij zo kon
reageren. Mij verbaasde het niet. Ik ken
zijn mentaliteit. Zoals ik ook de instelling
van Frank en Ronald ken. Wat er daarna
ook gebeurd is met die twee, doet niets af
aan mijn oordeel over hun kwaliteiten. Het
is voor iedereen duidelijk waarom Ajax ze
wilde behouden. Dat hoef je verder aan
niemand uit te leggen. De ambitie die je
aan het begin van een seizoen mag hebben,
hangt af van de spelers die je tot je
beschikking hebt. Ook daarom was het
jammer dat er pas zo laat duidelijkheid
kwam over de situatie. Er waren te veel
vraagtekens. Dat was lastig werken. Maar je
kunt niet in de stoel gaan zitten wenen. Je
moet verder en dat heb ik, en dat heeft de
ploeg met honderd procent inzet gedaan.
Je wordt als trainer ook betaald om juist
deze problemen op te lossen, hoe
onverwacht het ook is. Ik ben ook niet de
enige trainer in Nederland die met deze
problemen is geconfronteerd. Over de
krachtsverhoudingen valt dus voor
aanvang van het seizoen bijna niets te
zeggen. Dat maakt het nog spannender dan
het al was, maar het is een extra spanning
waar volgens mij niemand op zat te
wachten.'
AJAX MAGAZINE AUGUSTUS 1998