die alle credits weigert
De visie van Morten Olsen
De regisseur
Ondanks de bijna groteske successen blijft de trainer bescheiden. Hij opereert het
liefst niet in het brandpunt van de wierook. 'Ik heb als speler al genoeg
schouderklopjes gehad/ wimpelt Olsen de persoonlijke waardering af. Hij blijft
beweren dat het een prestatie is van de gehele club. Olsen werd tijdens het
kampioensfeest in wijlen de Meer niet betrapt op de demagogische uitspattingen
van zijn voorganger. Rustig, en met een zekere gêne liet hij zich toejuichen,
wijzend op zijn selectie. Maar iedereen weet dat het succes voor een groot deel
ook zijn verdienste is.
door Raymond Bouwman foto's Yvonne Witte
molm lijkt op de jongste generatie Deense
filjSBgisseurs. Lars von Trier Breaking the
m en nu ook Thomas Vinterberg, die
BB a-Saf
niet l esten grote indruk maakte op het
«Festival van Cannes, zijn beiden lid van
- JHr genootschap Dogme 95. Het laatste van
~JË tien geboden van Dogme 95 bepaalt dat
Pile regisseur op de aftiteling geen credits
krijgt. Zou Olsen, die dit jaar de regie van
de Ajax-film heel duidelijk in handen had,
lid zijn van dit genootschap? Of past het in
de moderne Deense mentaliteit? In ieder
geval stond Olsen voor een onmogelijke
opgave aan het begin van dit seizoen. Hij
moest de goeroe Van Gaal opvolgen. Olsen
deed dat door de vrijheid te introduceren.
Net als voor Thomas Vinterberg in Cannes
kreeg Olsen in Amsterdam een staande
ovatie voor deel 1 van zijn epos. Ajax
speelde dan ook bij vlagen subliem voetbal.
De collectieve kracht werd gevormd door
individuele onvoorspelbaarheid. Het
zorgde voor veel bijval vanuit de eigen
gelederen, maar voor de rest van
Nederland was het af en toe wel heel erg
bitter. Dat Ajax een natuurlijke neiging tot
show-voetbal heeft, vindt men niet overal
gepast. Zo werd Ajax in het Algemeen
Dagblad, na weer een enorm vertoon van
macht, omschreven als arrogant. De
trainer van Ajax kan zich er wel iets bij
voorstellen, maar is het absoluut oneens
met de kwalificatie.
Olsen: 'Het hangt van de ogen af. Het zit in
iedere voetballer om te genieten van een
overmacht. Als het goed gaat en lekker, en
de stand laat het toe, dan probeer je soms
dingen die je anders nooit in je hoofd zou
halen. En door de mindere druk en het
zelfvertrouwen lukt het dan vaak ook nog.
Daar voetbal je voor. Als dat niet meer
mag, laten we dan stoppen met voetbal. De
sport is alleen maar leuk doordat er risico's
genomen worden. Als de stand het toelaat,
moet je altijd voor een effectvolle steekbal
kiezen of voor een ingewikkelde dribbel in
plaats van een balletje breed.
Ajax staat voor bluf. Dat is wel zo. En als je
bluf kunt waarmaken, komt het misschien
arrogant over. Maar het gaat niet om het
doelbewust vernederen van tegenstanders.
In deze ploeg zit zoveel individuele
kwaliteit dat het er soms kwetsend uitziet.
Zo zag men ook het hooghouden van
AJAX MAGAZINE JUNI 1998