immer rustige vader Babayaro de gelukkigste man. Hij zag in de Olympische triomf de bevestiging dat hij goed werk levert. De vader van vader Babayaro, een vitale man van tweeënnegentig, gaat nog een stap verder. Hij kijkt uit naar de dag dat vijf broers Babayaro samen voor de Super Eagles zullen uitkomen. Hij is niet ongeduldig, zegt hij. Hij heeft nog tijd - zijn vader is net overleden. 'En die was zeker honderdvijftig.' In de Nigeriaanse pers verscheen het verhaal dat Celestine en Emmanuel Babayaro geen broers van elkaar zouden zijn, maar producten van hetzelfde voetbalfabriekje. Daarom droegen ze dezelfde naam. Vader Babayaro geeft zijn versie: 'Babayaro is niet de echte naam van onze familie. In feite heten wij Sabo. 'Babayaro' is Hausa voor 'Man van Kinderen', een eretitel die me uit erkentelijkheid door het volk is gegeven. Ik was er zo trots op dat ik hem als familienaam heb overgenomen.' En vader Babayaro ratelt voort. Hij organiseert geregeld toernooien voor zijn jongens, zegt hij. Dat is een vast gebruik in Nigeria, alle jeugdclubs hebben toernooien die naar succesvolle oud-spelers worden genoemd. 'Vorige week had je de Tijjani Babangida Cup in Kaduna. Babangida maakte van een vrij weekeinde in de Nederlandse competitie gebruik om even over te vliegen. Tienduizenden mensen verdrongen zich om hém de beker te zien uitreiken.' Blootsvoets Op weg naar een wedstrijdje van een team van Kaduna Highlanders begeeft de witte Mercedes van vader Babayaro het. De wagen zal moeten worden aangeduwd. De blanke passagiers mogen niet helpen, geen denken aan, gasten uit Ojibo Town hoor je met respect te behandelen. Even later slaat de motor weer aan: we bereiken het stadspark met enige vertraging. De eerste helft is in volle gang. De Kaduna Highlanders zien er patent uit in hun blauwgele uitrusting van Belgische origine. Ze ballen blootsvoets op een hobbelige zandvlakte die aan weerszijden door twee doelen zonder netten is begrensd. Van lijnen is geen spoor. 'Als je hierop kan voetballen,' zegt vader Babayaro, 'gaat het op de gladde Europese grasvelden vanzelf.' Inmiddels is het vrijdagavondgebed afgelopen. De moslims keren van de grote moskee terug en nemen om het veld plaats. Het is een gedenkwaardig moment. De zon gaat onder, tegen de horizon tekent zich het profiel van spitse minaretten af - er daalt vrede over de stad neer. Op de luchthaven in Lagos had een bordje gehangen: Deliver all weapons before entering the plane' ('Lever al uw wapens in'). Dat was een hint: Kaduna is niet dezelfde jachtige metropool als Lagos, die vierentwintig uur per dag dreiging uitstraalt. Kinderen, bedelaars, colporteurs, handelaars, taxi-chauffeurs, politieagenten, militairen, veiligheidsagenten - iedereen heeft tekort, voor iedereen moet je op je hoede zijn. Neen, dan is Kaduna met zijn laagbouw en groene ruimtes en godvrezende moslims een oase van rust. Een provinciestadje met drie miljoen inwoners. 'Heb je hem gezien?' vraagt vader Babayaro. Hij wijst naar een opdondertje van negen dat manmoedig met kerels van vijftien in duel gaat. Het is de oogappel van vader Babayaro, de aanvoerder van het team voor spelertjes jonger dan tien. 'Als hij bij de ouderen speelt, ontwikkelt hij zich sneller.' Een verwijzing naar zijn zoon Celestine, die met zestien een vaste plaats bij Sporting Anderlecht verwierf, kan niet uitblijven. 'Celestine speelde als negenjarige tegen jongens van twintig.' AJAX MAGAZINE JUNI 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 87