de Meer hebben meegemaakt. Ik woon er in de buurt en rijd er dus nog regelmatig langs. Ik kijk dan altijd even opzij.' Hij lacht, en vervolgt: 'Maar dan zie ik steeds die lege plek, het is heel anders. Daarom had ik ook niet zoveel verwachtingen bij Jari Litmanen is een beetje ondoorgrondelijk. De man van het ongrijpbare moment. Maar ook de man die Ajax in de jaren negentig mee terug hielp aan de Europese top. Hij is bescheiden, maar niet verlegen. Want eenmaal op zijn praatstoel, spreekt de Fin, die zichzelf liever Europeaan noemt, honderduit. Op de dag van onze afspraak komt hij als laatste uit het spelershome. Hij oogt een beetje huiverig, kijkt voorzichtig en geconcentreerd om zich heen. Het geven van interviews hoort bij zijn vak, maar het is tegelijkertijd niet zijn favoriete onderdeel, daar komt hij ook eerlijk voor uit. Voor Ajax Magazine maakt hij graag een uitzondering. 'Dat is ons dublad, hè,' zegt hij met een vergenoegde glimlach. 'Daar mag je gewoon geen nee tegen zeggen.' een huldiging op de plek waar ooit heel veel leven was. Maar toen ik eenmaal op het podium stond, was dat gevoel verdwenen. De echte Meer is weg. Die staat in boeken, op foto's en zit in mijn hoofd. Daar ligt de historie van Ajax, waar ook ik mijn momenten heb gekend. Maar dat geldt ook voor het Olympisch stadion. Het is jammer dat de Meer er niet meer is, maar je moet ook reëel zijn: de voetbalclub Ajax heeft dit moderne stadion nodig, met alle andere activiteiten erbij. Dat hoort bij topsport in deze tijd. Dit stadion biedt enorm veel mogelijkheden. De Arena begint ons nu ook goed te bevallen. De start is moeilijk geweest, het veld was erg lastig te bespelen. Zo is alles hier anders. Als er twintigduizend mensen in een klein stadion zitten, waarvan een paar duizend kort achter het doel, is de sfeer altijd goed. Alles is dan dichtbij. Hier zitten vijftigduizend mensen. Diezelfde mensen die ons altijd zo hartstochtelijk aanmoedigden in de Meer, kunnen hier niet zoveel betekenen als vroeger. Ze komen slechts met moeite boven de rest uit. Toch vind ik dat de sfeer in de Arena steeds beter is geworden. Het is natuurlijk ook prachtig om voor vijftigduizend mensen te voetballen. Over tien jaar is iedereen gewend aan de Arena en hebben alleen de oudere mensen het nog over de Meer. Zo gaat dat.' Schooltijd Litmanen heeft alle stappen van zijn loopbaan zorgvuldig uitgestippeld. Hij speelde vier jaar bij zijn jeugdliefde Reipas Lahti om later via HJK Helsinki, MyPa Myllykosken en een Europese stage, die hem langs verschillende topclubs leidde, bij Ajax terecht te komen. Hij zal straks aan zijn zevende seizoen in de hoofdstad beginnen. Wanneer wist hij voor zichzelf dat hij profvoetballer wilde worden? Litmanen: 'Toen ik een jaar of 13, 14 was, begon ik over die vraag na te denken. Ik ben op mijn veertiende met ijshockey gestopt om serieus aan mijn voetbalcarrière te gaan werken. Het was een bewuste keuze, waarbij ik veel belangrijke zaken voor mezelf heb AJAX MAGAZINE JUNI 1998 37

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 37