Foto: Louis van de Vuurst
door Klaas Vos
Eerste paasdag. Een echte Hollandse dag. Met Hollands weer. Het
weer voor alle mensen: een beetje guur, af en toe een bui, maar
meestentijds een gulle lentezon. Met vrienden maak ik een tochtje
door wat het 'groene hart' heet: langs de Waver, via Kamerik naar
Woerden, langs de Hollandse IJssel en de Vlist, door de
Krimpenerwaard naar Den Haag. Even buiten Oudewater maken
we een stop vanwege een merkwaardig kerkhof. Ik ben gek op
kerkhoven, en altijd op zoek naar curieuze grafschriften. Dit
kerkhof ligt achter een privé-woning zo maar ergens in het
polderland en is piepklein. Helaas geen vreemde grafstenen of het
moet zijn dat de meeste getuigen van een geloof in een beter leven
na de dood. Terug in de auto zet ik voor het eerst de radio aan. Het
is bijna kwart over vier. Direct vallen we in het verslag van de
laatste minuten van Sparta-PSV. En het is duidelijk: we zijn
kampioen, dankzij Sparta, of zo u wilt dankzij PSV, eerder dan
verwacht. De wederopstanding van Ajax is tastbaar geworden in de
herovering van de schaal.
De lagere school waar ik op zat was zo'n ouderwetse met van die
hoge ramen, waardoor je alleen de toppen van de bomen en de
lucht zag. Ofschoon ik een brave, ijverige leerling was, had ook ik
m'n dagen dat ik door die hoge ramen wegdroomde. Zou ik met
m'n verjaardag eindelijk een fiets krijgen? Zou ik morgen mee
mogen met vader op de vrachtwagen? Wat zal Huizen - de
plaatselijke trots en mijn club - doen tegen IJsselmeervogels?
Het kind in mij is nooit verloren gegaan, dus dagdroom ik nog
steeds. De meeste dromen stuiten af op de harde werkelijkheid,
maar toch leer ik het niet af. Dromen over onze landelijke trots en
mijn club houden nooit op. De droom is mijn permanente aandeel
of wellicht preciezer m'n permanente optie in Ajax. Gelukkig
komen wat de rood-witten betreft droom en werkelijkheid vaker
overeen dan vele andere dromen.
Maar voor en aan het begin van de afgelopen competitie was de
herovering van de schaal echt een droom, een dagdroom van een
jongetje door de hoge ramen van een ouderwetse school.
Tweede worden zou al heel mooi zijn. En het werd je aan alle
kanten ook gezegd. De 'deskundigen' wisten het ook heel zeker:
PSV had een veel beter team en was de gedoodverfde kampioen.
Het Algemeen Dagblad wist het ook pertinent zeker: PSV wordt
kampioen! Het knipsel hangt nog steeds sardonisch te grijnzen op
het prikbord van de persafdeling van Ajax.
Maar gaandeweg het seizoen werd duidelijker dat de
jongensdroom geen luchtspiegeling was, niet in onvervulde
dagdromerij zou blijven steken. En zie, op eerste paasdag was het
wonder daar. Onwezenlijk, omdat de 'vijand' het bijltje erbij
neergooide. Maar het past wel precies bij de verwachtingen en de
'onwezenlijke' droom vooraf. Toch ook onherroepelijk omdat in
weerwil van wat 'deskundigen' als Kieft maar bleven beweren, niet
PSV, maar onze club de beste was, van het begin af aan! De cijfers
liegen (er) niet (om)!
Een droom werd werkelijkheid, ondanks alles. Maar het dromen
kent geen eind, gaat door. Straks wacht de Champions League. Het
jongetje kijkt alweer naar de hoge lucht en dagdroomt weg naar
spectaculaire wedstrijden, naar kwart- en halve finale, naar een
eindstrijd tegen Barcelona. Een illusie, luchtfietserij? Wellicht.
Maar ik kan niet anders. Het kind in me is te sterk.
Zonder dromen geen leven. En het is Ajax. Daarom durf ik die
optie toch te nemen. De 'deskundigen' kunnen hun borst nat
maken.
AJAX MAGAZINE JUNI 1998
211