Foto: Guus de Jong
De 'mistwedstrijd' in het Olympisch stadion tegen
Liverpool is zó legendarisch geworden, dat maar
weinigen zich herinneren dat ook de uitwedstrijd
in de mist werd gespeeld. De Ajacieden op deze
foto zijn (vanaf links) Nuninga, Groot en Muller.
wilde: Shankly had bij aankomst in
Amsterdam verteld dat wat hem betreft het
veld in het Olympisch stadion vooraf niet
bezocht hoefde te worden: 'We zien het
wel als de wedstrijd begint.' Liverpool ging
er toen nog van uit dat de tweestrijd met
Ajax een makkie zou worden. Ajax won
echter met 5-1 en kwam vol
zelfvertrouwen in Liverpool aan. Daar had
de eerste competitienederlaag, enkele
dagen eetder bij ADO (2-0), niets aan
veranderd. Ajax was toen al helemaal met
zijn gedachten bij Liverpool geweest; Johan
Cruijff en Wim Suurbier hadden uit
voorzorg op de tribune van het Zuiderpark
gezeten.
Wim Suurbier zat ook op de tribune van
Anfield Road. Zijn enkelblessure, een week
eerder in Amsterdam opgelopen, was nog
niet genezen. Na overleg met aanvoerder
Gert Bals besloot Rinus Michels de
twintigjarige Barry Hulshoff zijn Europese
debuut te laten maken. Bals had Michels
verteld dat zijn teamgenoten Hulshoff
prefereerden boven Ruud Suurendonk (die
tegen ADO had gespeeld) omdat Hulshoff
'langer en potiger' was.
Enige smet
53.000 toeschouwers bevolkten op 14
december 1966 de tribunes van Anfield
Road. Daaronder waren een kleine duizend
Nederlanders. Diegenen die met het
reisbureau Benelux waren gegaan, moesten
zich bij aankomst in Liverpool nog enige
moeite getroosten om het stadion binnen
te komen. Het reisbureau had niet genoeg
kaartjes voor de vooraf beloofde zittribune
en derhalve moesten enkele honderden
supporters in een lange rij gaan staan, met
de hoop op nog een staanplaats. Dat lukte,
maar na afloop van het duel beklaagden zij
zich hevig bij het reisbureau. Een
woordvoerder verklaarde dat Jaap van
Praag beloftes voor kaartjes niet was
nagekomen.
Het was de enige smet op een prachtige
Ajax-avond. Nu het niet zo hevig mistte
kon iedereen goed zien welk een prachtig
team Ajax toen al had. De chauvinistische
Engelsen kwamen er geen moment aan te
pas. De negentienjarige Cruijff stal de show
en zette Ajax tot twee keer toe op
voorsprong. Hunt maakte twee keer gelijk,
maar verder kwam Liverpool niet. Ajax
had opzien gebaard door in deze hectische
sfeer niet af te wachten, maar van het begin
af aan de aanval te kiezen. Bill Shankly
draaide na afloop zijn mening over Ajax
180 graden bij: 'Ajax heeft een fantastisch
team. Het is beter dan Liverpool. Veel
geluk in de finale.' Zover kwam het niet.
Dukla Praag schakelde een ongelukkig Ajax
in de kwartfinale uit. Maar Europa zou nog
vaker juichende Ajax-supporters gaan zien
die hun helden na afloop van een heroïsche
cupwedstrijd op de schouders namen. Op
Anfield Road was daarmee een begin
gemaakt. En de supporters op de Spion
Kop hadden toegekeken en klapten hun
handen stuk. Voor Ajax.
192
AJAX MAGAZINE JUNI 1998