worden, zou zo maar MW opeens de 'eeuwige' kampioen kunnen worden. Ooit zal wellicht ook Ajax door de feiten worden ingehaald. Maar voor de zekerheid laat de verongelijkte PSV- voorzitter Harry van Raaij, bedroefd over het en masse opstappen van zijn vedetten, in recente interviews steevast een klaagzang doorklinken over de Amsterdamse suprematie. Olsen: 'In eerste instantie gaat het erom wat je met je eigen voetbal wilt. Ik denk dat PSV en Ajax ook na de Bosman-kwestie nog altijd in principe Nederlandse spelers willen halen. Soms is dat niet mogelijk. Dan moet je in het buitenland zoeken. Het verschil lijkt nu heel groot te worden, ook al door de leegloop bij PSV. Maar er zullen andere spelers voor in de plaats komen. En laten we eerlijk zijn: een jaar geleden ging die angst misschien wel de andere kant op. Bij Ajax vertrokken spelers en kwamen heel veel nieuwe spelers. Enkele bekenden, maar ook spelers van wie men bijna niets wist. Bij ons kon het in een keer lukken, dat kan nu ook bij PSV.' Maar de angst van Van Raaij is juist dat PSV met al het geld dat met de verkoop van zoveel spelers is binnengehaald, niemand meer kan kopen. Want welke gerenommeerde speler wil er nog in Nederland voetballen? Alleen de naam Ajax, met zijn verleden en tradities, kan op een bepaalde manier nog aantrekkelijk zijn. PSV heeft uitstraling te bieden noch perspectief. Olsen: 'Daar ligt Ajax een straatlengte voor. En dat komt vooral door de filosofie die hier al zo lang heerst. Ajax speelt zo groot zijn als nu. Maar in alle landen is er een top drie of vier. Af en toe zit daar een verrassing tussen. In Nederland gebeurt dat minder. Maar zo is het hier altijd geweest. Ajax heeft er in het beleid ook bewust voor gekozen betere voorwaarden te scheppen om tot constantere prestaties te komen.' Louis van Gaal zwoer jarenlang bij een krappe selectie. Hij vond dat het onmogelijk was een eenheid te smeden van een groep met veel ontevreden (want op de bank of de tribune zittende) spelers. In zijn laatste jaar bleek dat die gedachte, hoewel seizoenen achtereen succesvol, inmiddels achterhaald is. Van Gaal zag dat in en Olsen was, samen met het Ajax- bestuur, tot dezelfde conclusie gekomen. De selectie werd flink uitgebreid. Tot een verslechtering van de sfeer heeft die verandering niet geleid. De stemming was een seizoen lang opperbest, en niet alleen omdat bijna alles werd gewonnen en ze erin gingen als witjes. Olsen: 'We zijn begonnen met 28 spelers. Er zijn er tussentijds vier vertrokken. Gedurende het seizoen hebben we er 23 gebruikt. Iedereen is veel aan spelen toegekomen en heeft zo ook voor zichzelf het gevoel gekregen en gehouden van waarde te zijn voor dit Ajax. Dat is het enige wat er moet gebeuren. Ik zal niet beweren dat iedereen meer dan tevreden is geweest, maar niemand heeft erbij gehangen. Spelers van wie we voor het seizoen verwachtten dat ze aan niet meer dan vijf wedstrijden toe zouden komen, hebben nu in tien of zelfs vijftien wedstrijden meegespeeld. Door het drukke programma, interlandverplichtingen en blessures hebben we iedereen ook moeten gebruiken. Daaruit blijkt opnieuw dat je tegenwoordig alleen een heel seizoen kunt presteren als je een grote selectie hebt. Die keuze was goed.' De overmacht Het afgelopen seizoen was de afstand tot de overige topclubs zo groot, dat er gevreesd wordt dat er een structureel verschil is ontstaan tussen Ajax en de rest. Maar die angst is niet nieuw. Mensen met een geheugen dat meer dan een zandloper teruggaat, weten zich te herinneren dat ooit vaststond dat PSV nooit meer in te halen zou zijn door de concurrentie. Geen club had zo'n stevig matras als de Philips Sport Vereniging. Maar ook in het voetbal bestaat er zoiets als de wet van de remmende voorsprong. De omstandigheden veranderden en zijn inmiddels in het voordeel van Ajax. Voor de buitenwereld lijkt die club voorgoed onaantastbaar. Maar als de wereldeconomie een kwartslag draait, en kolen weer heel veel geld waard AJAX MAGAZINE JUNI 1998 17

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 17