Shota Arveladze kopt vallend Ajax' zevende doelpunt langs Hans Vonk. Met drie treffers had de Georgiër een groot aandeel in de 7-2 overwinning op Heerenveen. Na het doelpuntenfestijn was Ajax officieus kampioen van Nederland. van corners naar zijn hoofd geslingerd. Het was een wonder dat hij niet echt geraakt werd. De 0-0 ruststand was nog niet eens zo gek voor Ajax, dat het zonder Oliseh (geschorst) en de geblesseerden Dani, Gorré en Tobiasen moest stellen. Met Hoekstra op rechts en Babangida terug van een blessure op de bank werd Ajax na verloop van tijd wel wat energieker en was het wachten op die ene mooie individuele actie. Die kwam een kwartier voor tijd, toen de Kuip inmiddels door een enorme plens water, hagel en natte sneeuw in een badkuip was veranderd. Ronald de Boer passeerde eerst Sanchez, omzeilde Van Gastel, begon een een-tweetje met Litmanen, die de bal achter zijn standbeen door transporteerde, waardoor Ronald vrij voor doel zijn niet eens zo harde schot tegen het net kon plaatsen (0-1). De wedstrijd zit in de knip, dachten we, maar vlak voor tijd moest Edwin van der Sar toch al zijn kwaliteiten aanspreken om tot twee keer toe een inzet op onnavolgbare wijze te stoppen en Ajax de volle winst te bezorgen. Behalve het eerste elftal werden ook Ajax 2 en zes jeugdteams - A1, A2, B1, C1, C2 (foto) en D2 - kampioen. Foto: George van Wegen Het was een prima sluitstuk van, zoals Olsen het noemde, drie finalewedstrijden op vreemde bodem (NAC, Twente, Feyenoord), die allemaal in winst werden omgezet. Met twaalf punten voorsprong op de rest en nog zes wedstrijden te gaan ging zelfs Morton Olsen langzaam in de landstitel geloven en was in feite het aftellen begonnen. Wat kon er nu nog fout gaan? 'We zijn aardig op weg,' moest ook onze trainer erkennen. Officieus kampioen Drie dagen later vroeg de competitie weer onze aandacht omdat die andere Rotterdamse ploeg, Sparta, naar de Arena kwam. De Spartanen zullen zeker met goede bedoelingen naar Amsterdam zijn gekomen, maar daar bleef al snel niet veel van over. Al na drie minuten was het raak door Babangida op aangeven van Arveladze en omdat een goal van Oliseh niet doorging bleef het daar voorlopig bij. Na rust schoten Arveladze, Hoekstra en weer Babangida Ajax naar 4-0, terwijl het dubbele aantal doelpunten niet eens overdreven zou zijn geweest. Vooral Danny Blind deed z'n uiterste best om in zijn 350ste competitiewedstrijd voor Ajax tot scoren te komen. Helaas, het kwam er niet van. Het bleef 4-0, zodat de doelcijfers 86-12 na 28 wedstrijden waren bereikt. Heerenveen zal na afloop wat bleekjes de terugreis naar Friesland zijn aangevangen want kansloos met 7-2 verliezen is geen pretje. Met die uitslag mocht men nog de handen dichtknijpen want dubbele cijfers waren absoluut haalbaar geweest. De mensen van Foppe de Haan hadden de pech dat Ajax een van z'n beste wedstrijden speelde. Nu kan dat ook als een compliment aan Heerenveen worden uitgelegd, want de ploeg had in ieder geval niet de intentie zich volledig voor het eigen doel in te graven zoals we onze tegenstanders helaas zo vaak zien doen. Het klasseverschil tussen Ajax en de nummer vier op de ranglijst bleek evenwel in alle opzichten zeer groot te zijn. De kans op Europees voetbal kreeg voor de Friezen even een deukje door drie goals van Shota Arveladze en treffers van Ronald de Boer, Michael Laudrup, Sunday Oliseh en Jari Litmanen (7-2). Dan zou je zeggen: iedereen gaat jubelend en blij van het veld af want officieus was de AJAX MAGAZINE JUNI 1998 159

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 159