eerste helft alles aan om op voorsprong te
komen, doch de uitstekende keeper Wilco
de Vogt wenste daar absoluut niet aan mee
te werken en met enkele goede reddingen
hield hij de stand tot de rust op 0-0. Het
goede keeperswerk gold trouwens ook voor
onze keeper Casper Nelis. De keren dat
NAC (Richard Roelofsen) voor ons doel
gevaarlijk werd, stond Nelis op zijn post.
Tot de 70ste minuut wist de doelman van
NAC zijn doel schoon te houden, maar
uiteindelijk moest hij toch zwichten. Nadat
hij inzetten van Raphael Supusepa en
Andrej Demtsjenko in eerste instantie wist
te keren, was het Tim de Cler die de bal
voor zijn voeten kreeg en het overzicht
behield. Als de keeper niet met schoten en
kopballen is te verschalken, dan rest er nog
één mogelijkheid en dat is hem te
omspelen, en dat deed De Cler. Ajax
haalde opgelucht adem dat de bijna
onmogelijke opgave om Vogt te passeren
uiteindelijk geslaagd was.
Enigszins bevrijd van de druk om vanwege
het kampioenschap geen puntenverlies te
lijden, slaagde Ajax er daarna in om nog
twee maal het net te vinden. Uit een vrije
trap van Arno Splinter maakte Raphael
Supusepa 2-0, terwijl Splinter zelf de
eindstand op 3-0 bepaalde.
Spektakel
Door het onverwachte verlies van naaste
concurrent Sparta tegen PSV kon Ajax
tegen AZ het kampioenschap behalen. Alle
ingrediënten om er een spektakel van te
maken waren aanwezig. Van tevoren werd
door de pers ruim aandacht aan deze
wedstrijd besteed en waren interviews met
spelers en trainer Jan Wouters schering en
inslag. Ook op de wedstrijddag zelf waren
televisie en schrijvende pers in groten
getale aanwezig, terwijl ondanks de regen
ook het publiek het niet liet afweten zodat
we ruim tweeduizend toeschouwers
konden begroeten. Als het weer had
meegewerkt, dan hadden wij hetzelfde
meegemaakt als in de wedstrijd tegen PSV:
'een uitverkocht huis'.
De ontlading van dit relatief jonge team -
de gemiddelde leeftijd is 19 jaar - kwam op
het juiste moment. We hadden amper
plaatsgenomen op onze zitplaatsen of het
was al 1-0. Arno Splinter verzond zijn
vermaarde pass aan Rody Turpijn en uit
diens voorzet scoorde in de vierde minuut
Andrej Demtsjenko 1-0. Twee minuten
later was het wederom raak. Nu na een
combinatie van Raphael Supusepa en Tim
de Cler maakte Andrej Demtsjenko 2-0,
nadat hij met enkele schijnbewegingen
doelman Kenny Heemskerk het nakijken
gegeven had.
Ajax bleef de boventoon voeren maar na
een kwartier kwam daar een voorlopig eind
aan. Tim de Cler, die de dag ervoor zijn
debuut in het eerste elftal had gemaakt en
Trainer Jan Wouters besloot zijn eerste seizoen bij
Ajax meteen met een prijs
daarbij met het scanderen van een aantal
niet ingestudeerde, originele yells op een
fantastische wijze door onze supporters
was geholpen (waarvoor namens Tim
dank), werd geheel onnodig door zijn
directe tegenspeler keihard geattaqueerd,
terwijl deze de bal nimmer van de Ajacied
had kunnen afnemen. We hadden in eerste
instantie nog de hoop dat het allemaal zou
meevallen, maar uit later onderzoek in het
ziekenhuis bleek De Cler zijn scheenbeen
te hebben gebroken. Uit dit voorval blijkt
eens te meer hoe succes letterlijk en
figuurlijk van de ene op de andere dag
gevolgd kan worden door sportief ongeluk.
AJAX MAGAZINE JUNI 1998