Richard Witschge in
de wedstrijd tegen
Feyenoord. Ik zag
het anders. Ik vond
de kritiek
onbegrijpelijk.
Richard kreeg de bal
in de loop op zijn
knie en ging zo
verder, zonder
controle of snelheid
te verliezen. Dan
mag het. Gewoon
stilstaan en
uitdagend gaan
jongleren gaat iets
verder. Dat mag
niet. Ik vind dat je
niet een collega
moet vernederen
die het al moeilijk
genoeg heeft. Dat
dient ook geen
enkel doel.'
Wat vond u in dit verband van de penalty
van Van der Sar?
Olsen: 'Hij is toch een van de elf. Ik vind
dat ook niet vernederend. Het gaat er op
dat moment ook om dat het publiek het
graag wil. Waarom zou je het dan niet
doen?'
Bijvoorbeeld omdat het op woensdag 22
maart 1995, in de met 8-0 gewonnen
wedstrijd tegen Sparta mislukte. Tot woede
van Van Gaal nam Van der Sar een
strafschop, die werd gestopt door Metgod.
Olsen, lachend: 'Dat wist ik niet. Daar zal
ik hem eens op aanspreken.'
Voetbalfeest
Ajax werd overtuigend kampioen en
daarnaast werd ook de bekerfinale met 5-0
van PSV gewonnen. De dubbel was
binnen, voor het eerst weer sinds 1983. In
dat jaar was Ajax, al dan niet toevallig, ook
Deens getint. Soren Lerby, Jan Molby en
Jesper Olsen lieten Ajax de
kampioensschaal en de beker winnen. Ook
nu was na afloop het feest groot. De Ajax-
selectie gaf in de euforie dansles aan de
Kuip. Maar alle frivoliteiten ten spijt bleef
de finale overschaduwd door de stuitende
taferelen op de tribunes. Daar zaten de
harde kernen van Ajax, PSV en Feyenoord
door elkaar heen, of zo dicht bij elkaar dat
er een ware veldslag ontstond. De
legioenen hadden zoveel peper in hun
achterste dat er met een afschuwwekkende
blijdschap op elkaar werd ingehakt. Van
een voetbalfeest was geen sprake.
Olsen: 'Hoe moeilijk het ook was, ik heb
me toch op de wedstrijd geconcentreerd.
Dat is mij gelukt, maar sommige van mijn
spelers hadden er meer moeite mee. Zeker
in het begin van de wedstrijd was de
aandacht niet alleen bij de wedstrijd, maar
voor een deel ook bij de ellende eromheen.
Achter onze dug-out zag ik mensen die
meer bezig waren met ruzie maken en
vechten dan met het spel op het veld.
Moeders met kinderen zag je vol angst
vluchten. Het was verschrikkelijk. Zelf
werd ik ook nog geraakt. Ik stond twintig
centimeter naast de dug-out en kreeg een
ei tegen mijn hoofd. En dan ben je nog blij
dat het alleen maar een ei is. Het had ook
iets harders of zwaarders kunnen zijn.
Het zijn geen mensen meer; het zijn
beesten. Wat dat
betreft is Nederland
me tegengevallen.
Zeven of acht jaar
geleden was het zo
in Engeland, nu is
het hier. Het is ook
niet alleen bij ons,
bij de grote clubs,
maar het gebeurt
overal in de
Nederlandse
competities. Het is
een probleem waar
deze hele
samenleving mee te
kampen heeft. Er is
geen respect voor de
medemens. Ethiek
en moraal bestaan
hier nauwelijks
meer.
Maar ondanks alle
omringende idioten
was het wel heel mooi om de dubbel te
pakken. In een seizoen die twee prijzen
pakken is een geweldige prestatie. Dat
blijkt wel uit het feit dat het al vijftien jaar
geleden is dat Ajax zowel het
landskampioenschap als de beker won. Dat
hebben we voor de finale ook uitgebreid
met elkaar besproken. Maar heel weinig
spelers is het gegeven om hun erelijst met
de dubbel te verrijken. Deze unieke
mogelijkheid heeft de groep zich niet
willen laten ontnemen. Dat de finale tegen
PSV gespeeld werd, was een welkome
bijkomstigheid. Het was de oude tegen de
nieuwe kampioen. Niemand heeft dit
verwacht, of kunnen verwachten. Elf
maanden terug was de groep voor een
groot deel nieuw. Toen konden we alleen
maar hopen dat het zou vlotten. De
verwachting was dat PSV dit seizoen zou
domineren. Hun selectie was grotendeels
intact gebleven en er waren goede
aankopen gedaan. Wij hadden tijd nodig
om een nieuw Ajax te ontwikkelen.
Resultaten werden nog niet zo direct
verwacht, hoewel die gedachte bij Ajax
natuurlijk nooit echt wordt gedoogd. En
AJAX MAGAZINE JUNI 1998
11