vormt, kan ook wat betreft kunstjes zijn hart ophalen in Amsterdam. 'Hier gaat het op de training van "ken je die en die beweging, die truc?". Dat vind ik mooi. Bij PSV was dat helemaal niet zo. Daar had je dan wel Romario, en later Ronaldo, maar die konden eigenlijk alles al. Die deden het gewoon in de wedstrijd.' Over de Brazilianen gesproken: 'Spelen voor Brazilië is alles voor ze. Dat is hier wel eens anders. Ik vond het prachtig om voor mijn land uit te komen, ben daar trots op. Nee, ik ga niet in op het WK in Frankrijk. Nogmaals, ik ben nu alleen met Ajax bezig.' Hoekstra heeft een contract dat hem tot 1 juli 2002 aan Ajax bindt. 'Ook met het buitenland ben ik niet bezig. Ik vind trouwens dat spelers te snel naar het buitenland vertrekken. Spelers van Vitesse, van Twente. Ook worden er te snel buitenlandse spelers naar hier gehaald. Dat zijn niet altijd aanwinsten voor de Nederlandse competitie. Ik heb nog een contract voor vier jaar. Dan ben ik 29, dan kan ik altijd nog zien. Ik wil nu gewoon lekker voetballen.' Peter Hoekstra staat op en gaat op weg naar de kleedkamers. Met aan één voet een teen met drie kootjes. Alfred Schreuder (NAC), Raymond Victoria (De Graafschap) en Marchanno Schultz (NEC). Daarna moest hij Oranje even missen. In drie jaar tijd groeide Peter Hoekstra van een klein ventje (met zijn 1,62 meter was hij de kleinste op het internaat) uit tot een boom (1,93 meter). Die dertig centimeter groei was niet al te bevorderlijk voor zijn spel. 'Door die groeistuipen had ik moeite met mijn wendbaarheid. Ik miste souplesse.' Dat het PSV-internaat aan het eind van dit seizoen de poorten sluit, doet hem niet zoveel. 'Het moet wel wat opbrengen, toch? Zoveel talent is er niet vandaan gekomen de laatste jaren. Tom van Mol en Mitchell van der Gaag van FC Utrecht, Alfred Schreuder van NAC, Francois Gesthuizen, die nu bij Fortuna Sittard speelt en Gregory Playfair van Cambuur. Ik zeg dit niet uit rancune hoor, want ik heb goede jaren gehad bij PSV.' Bij Ajax is de sfeer wat losser. Hij houdt wel van de Amsterdamse bluf en gein. Hij moet vooral lachen om Richard Witschge. Hoekstra, de technische linkspoot die met Gerald Sibon de Drentse tak van Ajax moest eerst met de overige spelers in de spelersbus terug naar Eindhoven. Pas toen mocht ik de trein naar Assen pakken. Heimwee had ik dus wel, vooral het eerste jaar, maar ik wilde niet met hangende pootjes terug naar huis.' Peter Hoekstra had het er veel nare momenten voor over omdat hij hoe dan ook prof wilde worden. 'Het huiswerk schoot erbij in. Ik ben van nature onrustig, kan moeilijk stil zitten boven een boek. En ik kon niet altijd de discipline opbrengen na een dag hard trainen schrift en studieboeken te voorschijn te halen. Ik heb mijn LEAO-diploma. Wat kun je ermee? Ik zag school meer als bezigheidstherapie. Ik heb dat diploma niet eens opgehaald, indertijd. Mijn toekomst lag op het veld, zo zag ik dat toen al.' Op zijn veertiende debuteerde Peter Hoekstra in het Nederlands elftal tot vijftien. In dat elftal ook Mare Overmars, AJAX MAGAZINE MEI 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 68