'Ik zat erbij als een
deuk'
'Een enkele springt eruit, maar je denkt
natuurlijk geregeld aan diverse momenten
terug. Dat zal iedereen wel hebben. Een
van de vele bijzondere ogenblikken in mijn
fantastische carrière was bijvoorbeeld het
tekenen van een contract bij Ajax. Dat
betekende nogal wat voor een
Amsterdamse jongen. Verder de twee
nationale kampioenschappen. De beker.
De mooiste wedstrijd was in feite de finale
om de Intertoto, 26 april 1962, tegen
Feyenoord: 4-2. Die viel een week voor de
legendarische Europa-Cupfinale tussen
Benfica en Real Madrid, 5-3. Veel mensen
die allebei de wedstrijden gezien hebben,
zeggen dat Ajax - Feyenoord nóg mooier
was. Feyenoord had een mooie ploeg, moet
ik eerlijk toegeven. Henk Groot scoorde
twee keer schitterend. In de laatste minuut
maakte Cees Groot ook zijn tweede, 4-2.
Ja, Cees. Co Prins was aanvoerder. Ja, ja,
Co...
Toen ik op de nominatie voor Oranje
stond, ik' was 26, werd ik plotseling vrij
ernstig ziek. Geelzucht, waarschijnlijk door
oververmoeidheid. Ik was in dat seizoen
1959-'60 aanvoerder en had net m'n
stekkie gevonden: linksback. Ajax werd in
1960 kampioen. Bij het feest achterafheb
ik me afzijdig gehouden. Als gevolg van de
ziekte, die begon met drie maanden
ziekenhuis, was ik nergens meer. Ik kon
geen pakkie boter meer in gevaar brengen.
Met de hulp van Vic Buckingham, maar
meestal alleen, ben ik het weer gaan
opbouwen. Heel, heel langzaam is dat
gegaan. Na vallen en opstaan kwam ik
terug, maar wat een wanhoop had ik
doorstaan. Terug in Ajax en iets later, op
mijn 29ste, maakte ik toch mijn entree in
het Nederlands elftal. Zeven interlands heb
ik op mijn naam.
Hoogtepunten zijn ook de trips. Naar
Zuid-Afrika in 1958. Kijk, we waren wel
profs maar betaalde amateurs is een betere
benaming. Het was gezellig, wij, de
jongens, hadden het goed samen. Geen
vergelijk met zoals het nu is. Na mijn
loopbaan hebben we sommige van die
jongens verloren. Co, Peet, Cees...
Verdwenen.
Ik heb op alle posities gespeeld behalve
keeper. Toen Ajax voor het eerst aan de
Europa Cup meedeed, seizoen 1957-'58,
was ik nog aanvaller. Tegen SC Wismut
scoorde ik en tegen Vasas Budapest, als
linksbuiten, twee maal. Samen met Di
Stefano en Gento stond ik, voor even,
bovenaan de topcorerslijst. Van oorsprong
was ik aanvaller, zoals veel Ajax-
verdedigers. Jack Reynolds haalde me bij
O WO weg, de club waar ook Co en Sjaak
vandaan kwamen. Toen ik kwam was ik al
22. Ik had eerst nog in dienst gezeten.
Basketballer was ik ook, international zelfs.
In 1958 of'59 werd de linksachterplaats
mijn vaste stek. Ik was een slimme
verdediger, hahaha. Het bewuste seizoen
Grote foto: Piet Ouderland (in het wit) tijdens de
Intertoto-finale tegen Feyenoord op 26 april 1962
in het Olympisch stadion.
Kleine foto: Breed lachende Ajacieden als tijdens
een training in het seizoen 1961-1962 Henk Groot
door een medespeler gevloerd wordt. Vanaf links:
Adje Visser, Werner Schaaphok, Piet Ouderland,
Cees Groot en Jan Dahrs.
'59-'60 was bezig een prachtjaar te worden.
Je ziet bij welk moment ik vanzelf weer
terugkom. In 1960 werd Ajax op 26 mei
kampioen in een beslissingswedstrijd tegen
Feyenoord, 5-1. Ik zat op de tfibune. Een
watje was ik. Zat erbij als een deuk. Nee, ik
was en ben een nuchter mens. Niet
sentimenteel. Het is allemaal geweest, ver
voorbij. Zoals het nu is, ik wil dat niet
veroordelen, maar anders is het.
Dat terugkomen, na de geelzucht,
volkomen verzwakt, verloren... illustreert
mijn karakter. Wat was ik blij toen ik weer
een contract kreeg en terugkwam in het
eerste. Dat had ik helemaal zelf gedaan.
Door een hel was ik gegaan. Wat was ik
blij. Het was een week na de 9-5 nederlaag
tegen Feyenoord. Dat weet ik nog, want ik
sprak die week Bertus Hoogerman, en die
had iets uit te leggen. Tegen PSV, op
4 september 1960, stond ik er weer. Wat
een momenten, hè? Toch springt er één
uit. Kies zelf maar.'
Tekst: Egbert Jan Riethof
210
AJAX MAGAZINE MEI 1998