Slavernij door Klaas Vos In de vorige eeuw is de slavernij afgeschaft. Niet overal tegelijk. In de Engelse koloniën in 1832, in de Franse in het revolutiejaar 1848, in 'ons' Oost-Indië in 1859 en in West-Indië in 1863, terwijl de V.S. weer twee jaar later volgden. Echter, het achterliggende denken, het mens- en wereldbeeld dat eraan ten grondslag lag, zeg maar het kolonialisme, verdween daarmee niet. Dat bleef nog heel lang bestaan. Bestaat nog steeds. Duikt op in diverse gestalten en gedaanten, trekt steeds een ander jasje aan. Bij gebrek aan natuurlijke vijand - afgezien van bacteriën en virussen - hebben we onszelf tot vijand gemaakt. De geschiedenis van onze soort laat zich lezen als een voortdurende strijd om de macht. Macht is het sleutelwoord. Politieke, geestelijke en vooral ook economische macht. Ook in de sport gaat het om macht: wie is de sterkste. Het gaat om winnen en verliezen. Als het alleen om de sport zelf gaat, is deze strijd om de macht een onschuldige. Zolang de strijd om de macht een spel is, is er niets aan de hand. Wellicht verhindert de gang naar de sportvelden wel een gang naar de slagvelden. Maar het gaat in de (top)sport al lang niet meer om het spel alleen.Het gaat ook om de knikkers. Daar is op zich niets op tegen. Als de knikkers de voorwaarde zijn om het spel zo goed mogelijk te kunnen spelen. Een goed voorbeeld is Ids Postma. Zijn instelling is dat hij de knikkers nodig heeft om het spel zo goed mogelijk te kunnen spelen. De sportieve prestaties zijn zijn doel, het geld is een middel. In de voetballerij lijkt hoe langer hoe meer het omgekeerde het geval. De knikkers zijn doel geworden, het spel is middel geworden. Zeker na het Bosman-arrest. Bosman streed voor een rechtvaardige zaak. Een strijd om bevrijding uit de macht van de clubs, een strijd tegen een slavernij. Maar heeft die uittocht uit Egypte geleid tot een intocht in het beloofde land? Nee dus. Het ene Egypte is ingeruild voor een ander, misschien wel erger Egypte. De voetballer is slaaf gebleven. De slavernij heeft een ander jasje aangetrokken. Het jasje van de makelaar, het jasje van de voetballer als handelswaar, zoals bij Reiziger en Bogarde. Het jasje van het grote geld zelf. Zodat een voetballer niet meer kiest waar zijn talent het best tot z'n recht komt, maar waar de zak knikkers het grootst is, zoals bijvoorbeeld met Jon Dahl Tomasson het geval is. Het belang van de knikkers is zo groot geworden, zozeer doel geworden, dat het spel verloedert. Wat vooral moge blijken uit de minachting voor pas gesloten contracten. 'Stop de verloedering': met deze slogan verwierf een aantal jaren terug de VPRO de A-status. Met deze slogan zouden we de strijd moeten aanbinden om het voetbal zelf weer een A-status te geven. Mag ik aftrappen met de volgende voorstellen? 1Het transfersysteem wordt volledig afgeschaft. De voetballer is geen handelswaar meer. Ids Postma: de knikkers zijn nodig om het spel zo goed mogelijk te kunnen spelen. 2. Contracten dienen van beide kanten gerespecteerd te worden. Er kunnen omstandigheden ontstaan dat tot ontbinding moet worden overgegaan. Wil een speler per se weg dan betaalt hij een afkoopsom, omgekeerd betaalt de club een vergoeding. 3. Internationaal en nationaal dienen salarissen netto aan limieten gebonden te zijn. Zoals in Amerika bij het honkbal gebeurt. 4. Clubs zijn verplicht een vast percentage van hun begroting in de jeugdopleiding te investeren. Het streven naar macht mag ons dan eigen zijn, de strijd tegen het misbruik ervan is ons gelukkig ook niet vreemd. Ook dat laat de geschiedenis zien. In ieder geval de strijd tegen de slavernij waarin het voetbal hoe langer hoe meer terecht komt lijkt mij de moeite alleszins waard. Omdat het spelletje me te lief is, te mooi en te kostbaar om misbruikt te zien worden.

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 199