Bryan Roy in het
Hertha-shirt in actie
tijdens de op 1 maart
in het Olympia-stadion
gespeelde Bundesliga-
wedstrijd tegen Hansa
Rostock. Het duel,
bijgewoond door
zeventigduizend
toeschouwers, eindigde
in een 1-1 gelijkspel.
Foto: ANP
de Amsterdammers; de berichten dat de
topploeg - zonder de vertrokken sterren
Cruijff en Neeskens - al geruime tijd aan
een vrije val bezig was, werden met een
korrel zout genomen. Ajax bracht immers
nog altijd Cupwinnaars als Ruud Krol,
Gerrie Mühren, Wim Suurbier en Barry
Hulshoff binnen de lijnen en de roem was
topschutter Ruud Geels ook reeds
vooruitgesneld: in de voorbeschouwende
praatjes toonde de boomlange verdediger
Uwe Kliemann angst voor de Ajax-spits.
'Ik heb gehoord dat hij niet alleen in de
lucht maar ook over de grond
levensgevaarlijk is. Het zal niet eenvoudig
worden.'
Zo'n 40.000 mensen kwamen op het duel
af in het koude Olympia-stadion. Dit
stadion werd scherp bewaakt. Eerder
waren actievoerders het stadion
binnengedrongen om - uit protest tegen
het beleid van de Spaanse dictator generaal
Franco - de kreet 'Spanje is een
concentratiekamp' op de grasmat te
schilderen. Ajax had ook al uniformen om
zich heen gehad in het hotel. De reden: de
aanwezigheid van de Amerikaanse
gouverneur Georg Wallace. Ajax'
bestuurders reageerden typisch
Amsterdams op de hectische toestanden in
het hotel. Ze vonden het wel 'lekker rustig
zo'.
Talloze valpartijen
Op het veld van het Olympia-stadion was
het met de kalmte gedaan. Een sterk
verdedigend Ajax werd bijna anderhalf uur
lang door Hertha BSC in de greep
gehouden. Slechts één grote kans kreeg
Ajax. Na een fout van Brück kon Willy
Brokamp alleen op het Hertha-doel afgaan,
maar de Limburger verslikte zich in zijn
eigen schijnbewegingen. Brokamp viel die
avond vooral op door talloze valpartijen.
Hij reageerde er na afloop op zijn
Brokampiaans op: 'Dat heb ik wel eens
meer, dat ik steeds val.'
Van de roem van Ajax bleef die avond niet
veel over. Dat de nederlaag tot 1-0 beperkt
bleef, was vooral te danken aan de
machteloosheid van de thuisclub, want
Ajax zélf bakte er niet veel van. René
Notten had het lastig met de West-Duitse
spelmaker Erich Beer en de vooraf zo
gevreesde Ruud Geels werd zelfs vervangen
door Geert Meijer. Ajax was Ajax niet
meer.
Het enige doelpunt van de wedstrijd viel
vier minuten na rust. Erwin Kostedde -
voor het overige goed in toom gehouden
door Johnny Dusbaba - profiteerde van
een onachtzaamheid in de defensie: 1-0.
Opvallend genoeg had de Belg een seizoen
eerder met zijn toenmalige club FC
Antwerp óók al tegen Ajax gescoord in de
UEFA Cup.
Verder dan één tegentreffer liet Ajax het
niet komen. Twee minuten voor tijd kreeg
Meijer zelfs nog een kansje op de
gelijkmaker, maar doelman Wolter kon
zijn schot nog net over de lat tikken.
Veel toeschouwers in het Olympia-stadion
maakten dit moment al niet meer mee. Uit
teleurstelling over het krachteloze
aanvallen van hun favorieten, maar nog
meer over het negatieve voetbal van die
voetbalgrootheid van nog geen drie jaar
geleden, waren zij al vertrokken. Rinus
Michels zat daar niet mee: 'Cup
wedstrijden worden doorgaans in het eigen
stadion beslist. En zoals u weet hebben we
nog een thuiswedstrijd voor de boeg.' De
Sfinx kreeg gelijk: Ajax won in Amsterdam
met 4-1. De schande van Berlijn was
uitgewist. Maar de échte schande van
Berlijn, die van 1936, zal nooit worden
vergeten.
1 Q") AIAY MAr.A7IMC AKI 1QQO