zijn tas in de hoek en zuchtte. Het zou hem
ook deze week weer niet lukken.
De Wedstrijd
'Opstaan! bijna kwart voor zeven! Bed uit!'
Schreeuwend en de koperen klepelbel
klingelend liep Hanenberg door de gangen
van de slaapzaal. Duizelig kwam hij
overeind. Op de rand van zijn bed gezeten
zette hij de kraan aan. Een muffe lucht
rochelde uit de leidingen voor het ijskoude
Neeskens en Van Hanegem bij terugkeer uit
Joegoslavië, waar het Nederlands elftal op het EK
'76 een teleurstellende derde plaats bereikte.
water de wastafel inviel. Hij maakte een
washandje nat. De bloeduitstorting op zijn
scheenbeen deed pijn. Hij legde het
washandje er voorzichtig op en ging weer
liggen. Gisteravond na Studio Sport
hadden ze in de gymzaal gevoetbald. Het
was er weer hard aan toegegaan. Bijna elke
dag voetbalden ze tegen elkaar. Hij en
Gerard Boenders tegen Zwaag en Dijksma.
Tot de tien. Of tot de twintig. Of tot de
honderdachtenvijftig. Of tot de surveillant
kwam om het licht uit te doen. Als er maar
gewonnen kon worden. Of verloren. Hij
stond op het punt de winnende treffer te
scoren toen Zwaag hem een doodschop
Foto: Spaarnestad Fotoarchief
verkocht had. En Dijksma had, terwijl hij
krimpend van de pijn op de grond lag, zelfs
gelijkgemaakt. De ruzie die volgde ging
voornamelijk over de geldigheid van de
goal. Gerard had de discussie beslist door
tijdens het geschreeuw plotseling de bal in
het doel te rossen. 10-9!
'Zelfs vals spelen kunnen wij beter,' had hij
geroepen. Zo verlieten ze de gymzaal. Hij
ondersteund door Boenders.
Frontsoldaten. Kameraden.
Gerard Boenders was zijn enige vriend
hier. Ze waren op dezelfde dag
aangekomen. Bij de tafelindeling in de
eetzaal waren ze naast elkaar gezet. 'Voor
wie ben jij?' had Boenders hem kortaf
gevraagd. Nadat hij het, blijkbaar, goede
antwoord had gegeven, was Boenders naast
hem gaan zitten. En samen hadden ze ruzie
gemaakt met die twee andere nieuwe
jongens, recht tegenover hen. Dijksma en
Zwaag.
'Lig je er nu nog in?' Hanenberg kwam
woedend het kamertje binnengelopen en
trok de dekens weg. 'Over vijf minuten
beneden. Begrepen?'
Hij kleedde zich snel aan. Toen hij de
studiezaal binnenhinkte keek hij recht in
het grijnzende gezicht van Zwaag.
'Doet het nog zeer?' vroeg Zwaag temerig.
Hij reageerde niet en liep zo losjes mogelijk
verder. 'Jou krijg ik vanmiddag nog wel',
siste hij tegen zichzelf. Hij ging op zijn plek
zitten. Ongeïnteresseerd bladerde hij wat
in een scheikundeboek. Over drie kwartier
gingen ze pas ontbijten.
Het melkbleke tl-licht maakte de studiezaal
een verlaten en eenzaam oord. Hij stelde
zich voor hoe het er van buiten uit zag. De
toevallige voorbijganger zou denken dat hij
in een andere tijd terecht was gekomen. En
op de verkeerde plaats.
Hij keek op de klok. Nog veertig minuten.
Ochtendstudie was volgens Koeleman de
beste manier om je op de schooldag voor
te bereiden.
Hij had honger. Gerard kwam langs en
vroeg hoe het met hem ging. 'Mmmwah,
gaat wel.' Zijn been schrijnde door de
aanraking met de ruwe spijkerstof.
Bij het ontbijt liep het bijna uit de hand.
Hij had Dijksma voor laffe meeloper
uitgemaakt. Onder tafel had Dijksma
geprobeerd hem te schoppen. Gelukkig
had die kluns niet hem maar Pieter
1 7«ï