Foto: Louis van de Vuurst
Harder (Bordeaux), Faas Wilkes (Inter
Milaan, Torino, Valencia), Arie de Vroet
(Rouen) en Kees Rijvers (St. Etienne)
speelden als prof in het buitenland en
mochten niet meer voor het Nederlands
elftal uitkomen. Oranje wist in vier jaar tijd
slechts drie duels te winnen, maar de
conservatieve bestuurders zagen nog steeds
geen heil in het profvoetbal.
Nationale ramp
Er was een nationale ramp voor nodig om
de status quo te doorbreken. In de nacht
van 31 januari op 1 februari 1953 braken
als gevolg van een springvloed en hevige
storm de dijken door in Zeeland en
gedeeltes van Zuid-Holland en Noord-
Brabant. Zo'n 130.000 hectare land kwam
onder water te staan; 2000 mensen en
150.000 dieren kwamen om. Van der Hart:
'Theo Timmermans en Bram Appel namen
het initiatief tot een benefietwedstrijd.
Iedereen wilde meedoen. Nee, we zagen
het niet als promotie voor het profvoetbal.
Het ging ons puur om de recette voor het
Rampenfonds.'
Aangezien de normale competities gewoon
doorliepen, moest het duel doordeweeks
worden afgewerkt. Dit gebeurde op
donderdagmiddag 12 maart 1953 in het
uitverkochte Pare des Princes van Parijs
(35.000 toeschouwers). Het Nederlandse
team speelde in rode shirts en witte
broeken. Het officiële oranje mocht niet
gedragen worden van de KNVB.
De Nederlandse profs begonnen onwennig
aan het duel. Van der Hart: 'In de eerste
helft stonden we met de rug tegen de
muur. We hadden immers nog nooit
samen gespeeld. Bij rust stond het 1-0 voor
de Fransen. Doelman Frans de Munck
behoedde ons voor een grotere
achterstand. Na de pauze begon het te
lopen. Al snel scoorde Bertus de Harder de
gelijkmaker. Tien minuten voor tijd
maakte aanvoerder Bram Appel het
winnende doelpunt. De aanwezige
Nederlanders waren door het dolle heen.
We gingen op hun schouders van het veld.'
Alle Nederlandse journalisten waren
laaiend enthousiast over het spel van de
verguisde profs. Het Parool had het over
'elf jongens die in het buitenland met hun
voetbalcapaciteiten een door velen ten
onrechte geminachte werkkring hebben
gevonden, maar Nederlanders zijn
gebleven tot in elke vezel van hun
getrainde lichamen.' Het Vrije Volk: 'Heel
erg jammer dat het Nederlandse publiek
dat zondag in, zondag uit naar wedstrijden
moet kijken, waaraan reuk noch smaak zit,
dit sublieme spel van onze profs
onthouden is.' Het weekblad Sportief gaf
Karei Lotsy een trap na door het
Nederlandse legioen in Parijs als
'zesduizend honden' te omschrijven. Lotsy
had de Nederlandse pers eerder
geadviseerd om op te houden met
schrijven over de Nederlandse profs omdat
'daar immers geen hond belangstelling
voor heeft'.
De trend richting profvoetbal was gezet,
tot onvrede van de bond. Van der Hart:
'We hebben ook nog geprobeerd om ook
een liefdadigheidswedstrijd tegen het
Nederlands elftal te spelen. Dat mocht niet
van de KNVB. Ze waren bang dat wij, de
profs, hun amateuristische elftal van het
veld zouden spelen.' De KNVB had
bovendien al een eigen wedstrijd gespeeld
ten bate van de ramp. In het Olympisch
I D I I 1 Q Q Q
77