verhuisde hield zijn kokkerellen abrupt op.
Uit alle macht heeft hij nog geprobeerd
Ajax te behouden, maar de club koos er
logischerwijs voor de maaltijden voor de
jeugd in het vervolg te laten verzorgen
door de beheerder van de Toekomst. Een
behoorlijke aderlating voor Miltenburg:
het scheelde hem vijftien procent van zijn
omzet. Helemaal doorgesneden is de band
met Ajax niet. Eens in de veertien dagen
levert Miltenburg in de Arena belegde
broodjes af als de dames van het
spelershome een dagje vrij zijn en er slechts
een handjevol spelers apart behandeld
wordt door de medische staf, Laszlo
Jambor of Bobby Haarms. Het stadion
heeft hij precies één maal van binnen
gezien, - bij een concert van Michael
Jackson.
Ook Gé Visser, klant van slager Miltenburg
en een echte Betondorper, heeft nog nooit
een voetbalwedstrijd in de Arena gezien,
terwijl hij een Ajacied in hart en nieren is.
Toen hij als klein jongetje bij Zeeburgia
speelde, was Ajax zijn grote voorbeeld. Hij
vergaapte zich al aan de Ajacieden toen zij
nog op het terrein in de buurt van de
Kruislaan hun velden hadden. 'Je trok je
eraan op.' Zelfheeft hij nooit bij Ajax
gespeeld, maar zijn
zoon heeft nog wel
een aantal jaren het
rood-witte shirt
gedragen. Ook na
de verhuizing naar
de Meer sloeg hij
geen duel van Ajax
over. Elke zondag
ging hij naar zijn
club; 's morgens
naar de
verrichtingen van
de jeugd kijken en
als het eerste
thuisspeelde door
naar het stadion.
Hij betreurt het dat hij als een van de
trouwste supporters van Ajax nooit een
uitnodiging heeft mogen ontvangen om
een wedstrijd in de Arena bij te wonen. 'Ik
had natuurlijk een brief aan de voorzitter
kunnen schrijven, maar ik wilde niet om
een kaartje bedelen,' zegt Visser verbolgen.
'Dan maar niet.' Hij is nu aangewezen op
de televisie, wat hij erg vervelend vindt.
een stuk stiller geworden. 'Vroeger
verzamelden we hier voordat we naar het
stadion gingen,' zegt een supporter die niet
bij name genoemd wil worden. 'Nu is dat
te lastig. De Arena ligt hier een aardig eind
vandaan. Mensen hebben dan geen zin
meer om eerst hier naartoe te komen. De
vaste kern is dus een beetje uit elkaar
gewaaid. De Arena is te groot, het gevoel
dat de club van ons is, zijn we kwijt.' Toch
wordt aan één oude traditie vastgehouden.
Het Praathuis fungeert nog wel als
verzamelpunt bij uitwedstrijden in
Nederland en als Ajax in het buitenland
speelt, vertrekken de bussen nog als
vanouds bij de Meer, ook al is daar niets
meer van over.
Zelfs de tramhalte bij het stadion is weg.
De oude eindhalte van lijn 9, die alleen nog
gebruikt werd als Ajax thuisspeelde, ligt er
verlaten bij. De rails roesten weg en de
draaihekken die ervoor zorgden dat de
drommen supporters betaalden en rustig
de tram in konden stappen, staan er al
anderhalf jaar even roer- en doelloos bij als
de Zwitserse Garde voor het Vaticaan.
Jan de Koning is al tien jaar
trambestuurder van lijn 9. Voordien reed
hij op de inmiddels niet meer bestaande
bus 8, die vanaf het Amstelstation naar de
Kruislaan ging. Met liefde denkt hij terug
aan de tijd dat hij Ajax-supporters en de
aanhang van de tegenstanders van en naar
Dagelijks mist hij het stadion, die sfeer in
de buurt en bovendien is hij zijn 'loopje'
kwijt. De Arena vindt hij te ver weg en ook
op de Toekomst komt hij nooit. 'Dat geldt
niet alleen voor mij. Voor veel ouderen uit
de buurt ligt het hetzelfde. Niemand van
ons komt meer bij Ajax. Het is over, hoe
moeilijk dat ook te verkroppen is.'
Extra dienst
De straten zijn uitgestorven op een
willekeurige doordeweekse dag in
Betondorp, zeker tussen één en twee uur
's middags, als net als in een echt dorp de
winkels dicht zijn. Op zondag is Betondorp
al helemaal geen schim meer van wat het
ooit was. De zingende fans, het gejoel en
vlagvertoon, de patat- en
souvenirskramen, de lege bierblikjes in de
plantsoenen, de hasjdampen en de bereden
politie hebben het veld geruimd. Wat rest
is volop parkeergelegenheid. Slechts een
enkel detail herinnert aan de tijd van Ajax.
Hier en daar een vlaggetje achter een raam
of een kuipstoeltje uit de Meer dat dient als
tafeltje voor de planten. Of als bedje voor
de poezen, zoals in het Praathuis aan de
Brinkstraat. Ook in dit café is het na het
vertrek van Ajax uit de Watergraafsmeer
De buurtbewoner bij
de slager (Gé Visser):
'Het is over, hoe
moeilijk dat ook te
verkroppen is.'
AIAX MAT. A7IMF MAART/APRII 1QQR 45