O
SÉ
door Raymond Bouwman foto's Tessa Posthuma de Boer
Ongeloof en afschuw. Hij kijkt altijd of hij zojuist heeft ontdekt dat op zijn
auto een wielklem is aangebracht. Frank de Boer heeft in het veld de
opgewektheid van een doodgraver. En dat terwijl er toch zo veelvuldig
aanleiding is geweest voor plezier. Met Ajax won hij alles wat er te winnen is.
Het is de nimmer aflatende concentratie en gedrevenheid die maken dat zijn
gezicht in een voortdurende grimas vertrokken is. Zo ontevreden kijkt Frank
de Boer, dat het Ajax-publiek met ingehouden adem de beslissing afwacht
over de club van volgend seizoen.
r altijd de perfectie. Van
I collega's, van zijn broer, maar zeker
i van zichzelf. Over het algemeen lijkt
norm te voldoen. Maar of
^^^i^Rcntgaat of goed, in het veld treft
:n hem vaak klagend en kankerend aan.
Zi n voornaamste doelwit is broer Ronald.
?t een huiveringwekkende graagte geeft
dltweeling zich over aan een wederzijdse
scheldkanonnade over een iets minder
geslaagde actie.
'Gelukkig kunnen we het goed van elkaar
hebben,' zegt Frank lachend. 'De eerste
paar seconden denk je nog "ach man, hou
toch je kop", maar even later ben je het
alweer vergeten. Meestal heeft de ander
ook gelijk. Alleen tegen elkaar kunnen we
zo tekeergaan. Als je je zo zou opstellen
tegenover andere medespelers, zou er
binnen de kortste keren een gigantische
ruzie ontstaan. Wat dat betreft houden we
ons zelf aardig in toom.
Dit seizoen was ik de eerste drie, vier
wedstrijden vooral over mijn eigen spel
zeer ontevreden en kankerde ik op mezelf.
Daarna heb ik het niveau gehaald dat ik
behoor te halen. Ik denk dat ik de laatste
tien wedstrijden voor de winterstop echt
heel goed gespeeld heb. Het is moeilijk aan
te geven waarom ik tijd nodig had om in
mijn spel te komen. In het begin miste ik
waarschijnlijk de frisheid; ik zat niet lekker
in mijn vel. Als je je niet helemaal top
voelt, kun je ook niet top spelen. Maar
gelukkig is het een periode en kom je daar
weer uit. Ik ben er ook wel bewust mee
bezig geweest. De beste manier, althans
voor mij, is dan om harder te werken. Na
verloop van tijd maak je vanzelf weer alle
juiste keuzes. Als je niet in vorm bent,
moet je over elke handeling nadenken. Dat
duurt te lang en dan maak je fouten. Dan
ben je met je zelf bezig en met de bal en
ben je met alles te laat. Het kwam nogal
eens klungelig over. Dat stoorde me
enorm. Als alles automatisch gaat, gaat het
meestal goed. Dan hoef je niet eens naar de
bal te kijken als je hem aanneemt. Dan ben
je een paar zetten vooruit, en weet je wat
het vervolg moet zijn. Pas dan is voetbal
leuk om te doen. Anders ben je je veel te
veel aan het ergeren. Ik ben erg kritisch op
mezelf. Ik kan een fout maar moeilijk
accepteren. Niet, eigenlijk. Het probleem is
meer dat ik het van anderen ook niet echt
kan hebben als ze een fout maken. Ik
kanker op de anderen, maar vooral ook op
mezelf. Dat heeft er altijd in gezeten en dat
zal er ook nooit meer uit gaan. Ronald
heeft dezelfde neiging.'
Eigen kweek
Frank en Ronald de Boer zijn, met de op
het oude nest teruggekeerde Richard
Witschge, de laatst overgebleven echte
Ajacieden. Tot voor enkele jaren terug i
AJAX MAGAZINE MAART/APRIL 1998