'Ik sloeg het Ajax-blad open bij een foto vari Sonny Silooy. Niet gewoon Silooy, maar Silooy met een orchidee achter z'n oor... Een orchidee... Het zuur kolkte op uit m'n maag.' Foto: Wanda Tuerlinckx Een club van iedereen, een mooie club, een club met feilen ook.' Ajax zegt hem zo weinig, dat hij niet stond te juichen toen hij werd gevraagd als spreekstalmeester aan te treden op de vijftigste verjaardag van Michael van Praag. 'Ik dacht dat ik in de maling werd genomen. Wat heb ik te zoeken op een Ajax-avond? Een hele zit. Gelukkig is de vrouw van Van Praag een Rotterdamse. De zaal was half gevuld met Amsterdammers, half met Rotterdammers. Werd het toch een leuke avond. Politieke overwegingen zullen er niet aan ten grondslag hebben gelegen, er was tenslotte geen pers bij aanwezig. Zoiets past gewoon in de strategie van Van Praag. Een buitengewoon sympathieke man overigens, die Van Praag. Hij zoekt het compromis.' Laat er geen misverstand over bestaan: een keer optreden op het verjaardagsfeestje van de voorzitter van Ajax wil niet zeggen dat hij zich voortaan vrijelijk in de Arena op de schouder laat slaan. Laat hem gewoon naar Feyenoord gaan, zegt hij, waar hij op zijn business-seat zit tussen 'doodgewone mensen, tussen geklofte jongens uit de haven of het bedrijfsleven'. Het enige nadeel dat aan zo'n zakenstoel kleeft is dat hij er te veel hoort. En hoe meer hij hoort, hoe meer hij beseft dat het voetbalspel wordt gespeeld in een ordinaire jungle waarin ordinaire wetten gelden. 'Vroeger zat ik op de tribune en wist nergens van. Ik hoor nu allemaal dingen die ik helemaal niet wil weten. Het is een slangenkuil waarvan ik me zo ver mogelijk wil houden. Er gaat zo lachwekkend veel geld om in de sport. Een voetballer van wie niemand ooit heeft gehoord wil voor twee ton nog geen corner nemen bij Excelsior. In korte tijd heeft voetbal heel nare kapitalistische trekken gekregen. Contracten zijn niets meer waard. Waanzin.' Maar liever plaatsnemen in een gewone slangenkuil, dan deel moeten uitmaken van die opgeklopte toestand in de Arena. Daarvan heeft hij op tv voldoende gezien, omdat het voor het NOS-journaal immers iedere keer groot nieuws was als er in de Arena 'één steen op een andere was gelegd'. Later in een van die vele documentaires over de Arena kreeg hij een aardige indruk van het volk dat er rondloopt. 'Ik ben niet de farizeeër die vooraan in de tempel staat en zegt niet te behoren tot de zondaars achterin, Maar ik ben wél blij dat ik niet behoor tot het stel mensen dat in de Arena rondhangt. Daarmee vergeleken is de businessclub van Feyenoord een oase van doodgewone gezelligheid. Leuke, aardige mensen. Ik voel me daar thuis.' 230 AJAX MAGAZINE MAART/APRIL 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 230