Pim van Dord als goalgetter. 'Twente-uit voor de beker. Op de voorzet van Jan Mulder maak ik 0-1. Het werd uiteindelijk 0-2. Mijn eerste goal voor Ajax. En dat als voorstopper. Piet Schrijvers stond in de goal.' Knipoogt: 'Hij heeft me dat doelpunt altijd kwalijk genomen. Mijn eerste echte wedstrijd voor Ajax was Feyenoord- uit, 2-2. Ik was daarvoor twee keer ingevallen, tegen Twente en MVV.' Ajax op glad ijs. 'Blankenburg, Suurbier en ik. Het was een idee van Sjaak Swart om met het eerste van Ajax te gaan ijshockeyen op de Jaap Eden- baan tegen de Eden Boys. Maar heel veel jongens konden niet schaatsen. Blankenburg had een soort veger nodig om zich staande te houden, Suurbier kon zich met behulp van allerlei pylonnen een beetje voortbewegen en ook Neeskens kon niet schaatsen en moest dus maar op de goal. Maar het was wel lachen, gieren en brullen.' Het begin van het einde. 'Ik heb van 1973 tot en met 1980 in het eerste van Ajax gespeeld. Vanaf 1978 begon de ellende. Ik kreeg last van een chronische achillesspeesblessure aan mijn linkerbeen. Ik zag het einde van mijn voetbalcarrière langzaam naderen. Natuurlijk doe je er alles aan om het einde uit te stellen. Maar op een gegeven moment lukt het niet meer. Op de foto bekijkt dokter Rolink mijn achillespees. Bobby Haarms kijkt ernstig toe. We stonden namelijk vlak voor een paar belangrijke Europa-Cupwedstrijden.' Het afscheid. 'Simon Tahamata en ik namen tegelijk afscheid van Ajax. Simon moest weg, hij was verkocht. Ik ging weg omdat ik moest stoppen vanwege mijn blessure. We kregen van de spelersgroep een beeldje als aandenken. Kleine Simon en Lange Pim. We zijn net David en Goliath.' Het grote Ajax. 'Ik was nog negentien toen ik bij de A-selectie kwam. Dat was in het seizoen '73-'74. We kwamen toen net in de fase dat het allemaal wat minder ging met de Ajax-successen. Er was ook het conflict tussen Cruijff en Keizer over wie er aanvoerder moest worden. Maar ik maakte dat als broekie allemaal niet zo mee. Ik werd wel goed op de hoogte gehouden door mijn slapie Arie Haan. Die kwam om de tien minuten binnen. Johan gaat weg, en even later, Johan blijft. Maar het was natuurlijk wel een wereldelftal. Ik was stand-in voor de verdediging. Barry Hulshoff speelde op mijn positie, maar ik was geen concurrent voor hem. Als hij fit was speelde hij, zonder discussie, maar was hij of iemand anders van de verdediging geblesseerd, dan stond ik mijn mannetje. Ik sta op de foto in het midden van de achterste rij. Het is meestal zo dat de verdedigers staan op de foto. Behalve Jan Mulder, zie ik.' 200 AJAX MAC, A7INF MAART/APRII 199R

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 200