kwamen, zoals Roda en Heerenveen. Als
we kijken naar onze eigen resultaten, zijn
er veel wedstrijden tegen zogenaamde
mindere ploegen die we maar net aan
hebben gewonnen. Het is niet voor niks
dat PSV, met het duel tegen ons
meegerekend, acht gelijke spelen heeft
behaald. Dat zegt toch genoeg over de
tegenstand in de Nederlandse competitie.'
Klein voordeel
De Europese tegenstand komt uit het
oosten, waar sneeuwstormen momenteel
het klimaat bepalen. Spartak Moskou
kwam uit de koker als Ajax' Europese
tegenstander. Olsen gaf direct na de loting
aan onaangenaam verrast te zijn. Toch kan
hij, om in beurstermen te blijven, handelen
met voorkennis. In 1991 schakelde hij als
trainer van Brondby in de kwartfinale
stadsgenoot Torpedo Moskou uit. 'Het is
een cliché en veel trainers gebruiken het,
maar het wordt een moeilijke ronde. Een
ploeg die de kwartfinale bereikt heeft veel
kwaliteiten. Op dit moment zijn ze in
Rusland toonaangevend en ze waren dat
ook al in de Sovjet-Unie. Het is voor ons
een klein voordeel dat hun competitie pas
in april begint. Voor Spartak was de
competitie in november vorig jaar
afgelopen. Ze zitten nog in de
voorbereiding. Wij spelen wedstrijden
waarin het werkelijk om de punten gaat,
zoals tegen PSV. Voor hen kan het een
nadeel zijn dat die psychologische druk van
het moeten winnen niet aanwezig is. Het
duurt een tijd voordat de gezonde
wedstrijdspanning terugkomt in het
lichaam. Bij ons is die aanwezig.'
Druk faxverkeer en vele telefoontjes naar
Moskou leverden uiteindelijk duidelijkheid
op omtrent de voorbereiding van Spartak.
De geslotenheid van de club vindt Olsen
een logisch gevolg van de politieke
geschiedenis van het land. 'Het is altijd zo
dat de mensen de club maken. De man die
daar nu de leiding heeft, Oleg Romatsjev, is
ook de trainer. Hij is geboren en opgeleid
in de tijd van het IJzeren Gordijn. Zo'n
mens is niet meer te veranderen en hij leidt
zijn club dan ook met ijzeren hand. Er is
praktisch gezien niet veel veranderd met de
opening van het Gordijn en het duurt
zeker een generatie voordat er iets gaat
veranderen.' Olsen ziet ook
overeenkomsten tussen de twee
hoofdstedelijke voetbalclubs: 'Spartak heeft
eenzelfde traditie als Ajax. "Spartakianen"
horen dat niet graag, maar ze zijn het Ajax
van Moskou. Een grote club die altijd in de
top meedoet. De laatste zes jaar zijn ze vijf
maal kampioen geworden. Zij hebben een
uitstekende jeugdopleiding en zij spelen
voetbal voor het oog; aantrekkelijk voetbal.
De Russische nationale ploeg wordt al
jaren gedomineerd door Spartak-spelers.
Bij Ajax is dat net zo. Het worden duels
tussen twee oude clubs met traditie, en dat
is mooi.'
Drie-eenheid
Een woord dat verankerd is in het idioom
van Morten Olsen is mentaliteit. Technisch
vernuft, tactische discipline en een juiste
wedstrijdmentaliteit zorgen voor een drie
eenheid waarmee niet alleen het Rode
Gevaar in Europees verband bestreden kan
worden. Olsen hamerde vanaf zijn komst
naar Amsterdam op het belang van een
'Het is niet voor niks dat PSV
acht gelijke spelen heeft
behaald. Dat zegt toch
genoeg over de tegenstand in
de Nederlandse competitie.'
goede instelling. Tot nu toe is hij niet
ontevreden. 'De mentaliteit van de spelers
is het hele seizoen goed geweest. Wij
hebben punten puur op basis van goede
wedstrijdmentaliteit behaald. Van een prof
verwacht ik altijd discipline, concentratie
en de wil om te winnen. Die instelling
moet aanwezig zijn. Dat hij dan soms
slecht voetbalt, kan gebeuren bij mensen
van vlees en bloed. Het zijn geen robots en
dat moeten we accepteren. Maar de basis,
de stabiele factor, is de
wedstrijdmentaliteit. Anders kun je nooit
iets bereiken. Goede mentaliteit is een
eigenschap, maar is ook aan te leren.
Tijdens trainingen kan mentaliteit op
verschillende manieren worden
bijgebracht. Er wordt niet alleen specifiek
getraind op technisch en tactisch gebied,
ook het kweken van mentaliteit is een
onderdeel. Niet alleen verbaal is mentaliteit
te forceren. De speler merkt er vaak niets
van; de vorm van de oefenstof maakt dat
de speler denkt: ik wil niet verliezen. Dat
gaat dan automatisch.' Een mooi
voorbeeld van mentale oefenstof was een
doordeweeks partijtje tussen Ajax 1 en
Ajax 2. Op het trainingsveld speelde jong
tegen oud, onder toeziend oog van
gelegenheidsscheidsrechter Bob Haarms.
De jeugdigen van Ajax 2 wonnen en zetten
hiermee onbewust hun collega's van het
eerste weer met beide benen op de grond.
Betaalde hobby
Olsens keuze voor een brede selectie blijkt
om meerdere redenen een gouden greep.
AJAX MAGAZINE MAART/APRIL 1998
17