door David Endt illustratie Thijs Damsma Ben dieptepass vanuit het hart van de defensie. Er yalt een gouden lichtbaan, als door de winterzon gefiltèrd over vlak Hollands land. Het veld vata de Meer, het eindeloos mooie gras van de Mêer, verguld door een machtige trap. Het traject-van de bal brengt emotie teweeg. Nooit mag die lange, rechte, gekalibreerde pass ophouden. Men dient op te staan, te applaudissereti. Het goudw die pass.,valt nog steeds. Deherinnering maakt hem oneindig. Zie hoe de bal aan het slot van zijn koers stolt als het terugkrullend zeewater aan het strand. Je hoort er de lichte ruis bij, de genotvolle ruis die wor<|t veroorzaakt door de meegesleepte zandkorreltjes in hetbellende water. rf. Wie kon d|bal beter over veertig, vijftig, soms zelfs zestig meter trappen dan Ruud Krol? De techniek om de bal zo te raken dat de pap snelheid bezit. Een onstuitbare Snelheid, geen speld tussen te krijgejp* De snelheid die hef; traject een adellijlafc1 verguldsel geeft. En de techniek oifiM die snelheid, in die met kracht gevuldg|pass, ook een tegeneffect te leggeijL Het tegeneffect dat aan het eind vah èe lange I5aah^if^ voor het terug^rullen, voor de waterige ruis. Zijn handelsmerk werd niet alleen in de Meer gestempeld. Over de gehele wereld werd het goud gestrooid en gezonden, werd het ruisend krullen hoorbaar. Maar in de Meer werd die palss geboren. De pass van Ruud Krol. J jf ■3» s j gebackt kon worden. Deistilist Van Duivenbode kon mooi voetballen, kon heel goed voetballen. Hij loste de zaken keurig op en sloeg de weg naar voren vaak in ter ondersteuning van het begrip 'aanvallende back'. Maar Ruud Krolde nieuweling die in het tweede elftal had gewacht op zijn pcans, dynamiseerde de rol. Krol straalde kracht en atletisch vermogen uit. Hij dwong zijn linkervoet te wennen aan het balcontact. Een schot, eën voorzet, een bevrijdende knal, een link passje opzij, hij wilde zijn linker met alle geheimen vertrouwd maken. Trainen, trainen, trainern,Overuren maken met links. Het vlotte, zijn linkervoet luisterde en leerde en veroverde beheersing. Ruud Krol hadlftiéér dwingends. Zijn lichaamstaal iheldde de tegenstander dat die de bal möest inleveren. Geen gemaar - inleverên§Zijn sterke body sloot die buiténspeler in, zijn tegenstander wist zich kansloos, gevangen in een kooi. Aan drie kanten door armen en benen, sterke armen en benen. Aan de vierde kant door de zijlijn. Ruud Krol dwong de buitenspelers van de bal en ging vervolgens op krachtig avontuur. De tweebenigheid, zijn inzicht en zijn kopkracht maakten hem tot de ideale laatste man. Hij maakte zich los van de backplaats. Maar nee, geen laatste man, en zeker ook geen auszputzer en geenszins een sweeper. Deze Krol was libero. Libero, dat woord, die term paste voortreffelijk bij die zelfbewuste man wiens talent ontketende l Lft V^ntwoordelijkheid van leider. Ruud Krol kwam van rechts maar Meester Libero Krol. Michels vroeg hem dm links voorrang te Hij stuurde de defensie, hij injecteerde gevqn. Toen Theo van Duivenbode was vanuit zijn strategische positie de aanval verbannen trad Rüud Krol in diens van Ajax met de meest meesterlijke trap. voetsporen en net zien dat er ook anders Gouden banen sloegen over de velden, brandinggeruis aan de boorden van het verre veld. Bewondering en respect alom. De Ajax-aanvoerdersband, het leiderschap van Oranje, Ruud Krol groeide in het shirt en op het veld. Viel zijn prachtig machtige pass weer eens terugrollend in de voeten van een aanvaller, dan werd de verzender van het moois een reus. Zwellende borst, trotse blik, het charisma van een held. En dat voor een man die als kind vijf maanden in een sanatorium doorbracht om daar te herstellen van reuma. In de jaren zeventig drukte hij zijn stempel op zijn Ajax maar een libero, een libero, hoort ook in Italië te voetballen. De weg naar Napels liep via Canada. Aan de Golf, in het stadion dat San Paolo maar ook Fuorigrotta heet en dat op wedstrijddagen brandt als een kokende Vesuvius. Daar strooide hij zijn gouden banen die zich zelfs in het verpulverende zonlicht van Napels wisten te onderscheiden. Het hemelsblauw van Napoli gaf hem nieuwe allure. Ruud Krol was de imperator van Neapolis, geboren in het blonde Amsterdam, opgegroeid als Ajacied en voorbestemd om de Bataafse voetbalcultuur naar de Golf te brengen. Veertig, vijftig, soms zestig meter overbrugde de trap van Ruud Krol. Gouden licht over Fuorigrotta en ruisend tegeneffect aan de achterlijn. Sint Paulus stond op en applaudiseerde zo krachtig dat het leek alsof zestigduizend Napolitanen hun handen op elkaar brachten. Het werk van Thijs Damsma is te bezichtigen bij Galerie Peter Bax, Singel 82, 8601 AM Sneek AJAX MAGAZINE MAART/APRIL 1998 177

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 177