'Af en toe moet je van je afbijten, maar het mooiste is het natuurlijk om dat met je spel te doen.' geselecteerd voor een wedstrijd van het eerste. Dan kennen ook de grote spelers de titaantjes die rustig doorgroeien, en werken aan hun droom: een plek in het eerste. Tim de Cler trainde tot dusver nooit mee met de A-selectie. Mocht nog niet ruiken aan het grote werk. Dat 'ze' hem wel degelijk kennen bleek toen Tim de Cler onlangs aan het werk was bij de fysiotherapeut in de Arena. Hij zat op een hometrainer en iets verder was ook doelman Edwin van der Sar bezig. De Cler zei niets, zwoegde verder. Opeens hoorde hij Van der Sar iets tegen hem zeggen. 'Er komt niet zo heel veel talent uit mijn omgeving door bij Ajax.' De Cler moet erom glimlachen. Edwin van der Sar komt uit Voorhout, in de directe omgeving van Leiden. Het doet hem goed dat hij dat zei. Toch erkenning, al spreekt hij eigenlijk nooit spelers uit het eerste. Het blijft bij begroeten. Hij begon als linkshalf en zelfs linksbuiten in de C'tjes van Ajax. En scoorde ook regelmatig. Als B-junior werd hij linksback. 'Ze zien het hier wel goed, hoor,' zegt De Cler. Hij weet dat voetballen bij Ajax ook hard kan zijn. 'Ik ben verschillende vrienden kwijtgeraakt. Die haalden het gewoon niet en moesten vertrekken. Dat is vrij zuur. Die jongens zie je ook eigenlijk niet meer. Je hebt er geen tijd meer voor. Daardoor ben ik ook heel bewust met voetbal bezig.' Voetbal als vak zien en niet als iets dat je gewoon leuk vind om te doen. Dit jaar is Tim de Cler gestopt met zijn studie Meao. 'Vorig jaar kon ik dat nog wel volhouden, trainen en 's middags of 's avonds studeren. Nu niet meer. Ik richt me nu echt op voetbal. Al wil ik er wel iets naast doen, maar geen volledige studie. Eén of twee keer per week. Een cursus of wat ook, ik weet nog niet wat precies.' Bende van vijf Tim de Cler trekt veel op met Bas Dreef, Robert-Jan Ravensbergen en Cedric van der Gun. Toeval? Samen met Raphael Supusepa maken deze vier deel uit van de zogeheten 'Bende van vijf, die vorig jaar een B-contract kreeg aangeboden. Tot 2002 heeft De Cler getekend. Het verraste hem zelf ook. 'Co Adriaanse, Arie van Os en Herman Borman, de trainer van de Al, wilden me spreken. Ze bleken vertrouwen in me te hebben. "We willen je een langduriger contract aanbieden," zeiden ze. Ik hoefde niet lang na te denken. Ik zei in ieder geval geen nee; ik dacht het niet, zeg.' Dat zijn toekomst nu voor een gedeelte vastligt, weerhoudt hem er niet van flink door te gaan. Al is er wel iets van hem afgevallen toen hij dat contract tekende. 'Als laatstejaars A moet je maar afwachten of ze verder met je willen. En ik ben er natuurlijk nog lang niet. Ik mag nu niet verslappen. De concurrentie is groot. Ik wil zo goed mogelijk blijven spelen en me waarmaken als de kans zich voordoet.' Uit de mond van Tim de Cler klinkt dit niet als een cliché. De Leidenaar is geen Amsterdamse bluffer. Vanuit de Al kwam hij direct in de basis van Ajax 2. Typisch Jan Wouters om zoiets te doen. De Cler is er niet meer van de linksback-plaats verdwenen. Terwijl een speler als Arno Splinter op de bank zit. Wouters, het is als eens eerder gezegd, ligt goed bij de spelers van het tweede. Hij praat veel, wijst spelers op de zwakke punten, geeft vertrouwen. 'Ik sla die aanwijzingen op,' zegt De Cler. 'Als zich tijdens de wedstrijd een situatie voordoet, en ik weet dat ik daar in de fout ben gegaan, komen de aanwijzingen naar boven. Dan maak ik die fout niet snel meer. Wat ik op de training van Jan AJAX MAGAZINE MAART/APRIL 1998 123

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 123