'Ajax speelt mooi voetbal, als in een schilderij. We schilderen allemaal op hetzelfde doek, met schoonheid als doel. Bij Ajax is voetbal kunst.' Archil: "Ken jij de namen van alle spelers uit jouw club?" Archil zei: "Nee, twee misschien. En jij dan?" "Ik ken ze allemaal van Ajax," zei ik. "Ik ook," zei mijn broer. Daaruit blijkt de grootte van Ajax. Het duurde even voor ik loskwam van dat idee. Het hielp dat mijn medespelers me zo lieten merken dat ze me een goede voetballer vonden. Ronald de Boer, Jari Litmanen, Michael Laudrup; dat zijn toch allemaal grote voetballers. Zij hebben in de loop der jaren een onuitwisbare naam opgebouwd. Dat zij mij goed vinden, geeft me zelfvertrouwen. Ik voel me thuis bij Ajax. De club speelt een soort voetbal dat zelfs mensen aanspreekt die niet van de sport houden. Het is mooi voetbal, als in een schilderij. We schilderen allemaal op hetzelfde doek, met schoonheid als doel. Bij Ajax is voetbal kunst.' Shota Arveladze beheerst het magisch realisme tot in de perfectie. Zijn genialiteit heeft een groot Piet Keizer-gehalte. Maar zelf zal hij altijd de wierook nuanceren. 'Voor tevredenheid is nooit ruimte,' zegt Arveladze. 'Ik denk dat ik redelijk speel, maar het kan nog beter. Pas als je ontevreden blijft, kan je blijven groeien. Van het niveau dat ik op dit moment kan brengen, ben ik aan de laatste dertig procent nog niet toegekomen. Als ik fit blijf zal ik, door veel te spelen, het uiterste van mijn vermogen kunnen laten zien. En dan moet ik mijn eigen grenzen weer zien te verleggen. Gelukkig heb ik veel kunnen spelen. Alleen de eerste twee wedstrijden stond ik niet in de basis. Daarna was ik steeds een van de elf. De concurrentie is groot, maar dat is alleen maar goed. Ik heb het geluk dat ik behalve in het centrum ook op de flank kan spelen. Misschien zou ik soms iets egoïstischer moeten zijn. Er zijn spelers die tegen me zeggen dat ik meer zelf moet proberen af te maken. Voor mij is dat moeilijk. Als ik iemand zie die er beter voor staat, zal ik de bal altijd geven.' Alsof het mogelijk zou zijn er beter voor te staan. In de laboratoria van Udinese en Bochum heeft Arveladze het fenomeen 'onmogelijke hoek' inmiddels grondig gemarginaliseerd. Trabzon Met zijn onnavolgbaarheid heeft Arveladze zich inmiddels mateloos populair gemaakt bij het Ajax-publiek. En dat terwijl in het begin de wenkbrauwen werden gefronst toen de naam Arveladze doordrong als nieuwe aanwinst. Een Georgiër? Van Trabzonspor? De scepsis was snel vervangen door liefde. Maar het Nederlandse enthousiasme staat in geen verhouding tot de verering die Shota en Archil in Turkije ten deel viel. Arveladze: 'Als iemand nu met mij mee zou gaan naar Trabzon, zou hij zijn ogen uitkijken. Daar zijn we beroemd en worden we behandeld als helden. Populariteit in Turkije is niet te vergelijken met populariteit in Nederland. Wat men hier hysterische bewondering vindt, geldt daar als niet meer dan een milde vorm van respect. Cruijff, Van Basten, Gullit en de andere Nederlandse legendes zullen hier nog altijd mensen van vlees en bloed blijven, op wie men op een genuanceerde manier trots is. In Turkije is de verering voor spelers van een dergelijk kaliber grenzeloos. Daar zijn het goden. Zelfs de aanzienlijk minder getalenteerde spelers worden ver boven het volk verheven, alsof het mythische helden zijn. Het volk zelf maakt ze tot wandelende standbeelden. Liefde of haat gaan daar veel verder en dieper dan hier. Winst en verlies zijn beide reden voor onvoorstelbare emotie. In Turkije doet men geen enkele moeite het gevoel te beteugelen. In Nederland is het omgekeerd: hier laat men nooit iets merken of er moet wel iets zeer bijzonders gebeurd zijn. Het heeft allebei wel wat. Ik AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 27