door Raymond Bouwman foto's Tessa Posthuma de Boer In Japan was een aflevering van een populaire tekenfilmserie er de oorzaak van dat meerdere mensen werden overvallen door een ernstige vorm van verdwazing. Ze vielen tegen de grond, herinnerden zich niets en klaagden op de afdeling spoedeisende hulp over evenwichtsstoornis en aanhoudende misselijkheid. De serie zal haar stijl moeten aanpassen. Bij Ajax speelt Shota Arveladze. Hij voetbalt als een Japanse tekenfilm. Hoe Arveladze zich over het veld beweegt, ontgaat zijn tegenstanders, zijn medespelers en het publiek. De enige manier om er nog iets van te begrijpen, is het spoor in omgekeerde richting te Volgen. Men begint bij de bal in het doel en reconstrueert de slalom vervolgens door te kijken waar er tegenstanders op de grond liggen. Als Shota scoort is het altijd eerst enige tijd stil in het stadion. De duur van die stilte moet men opvatten als de incubatietijd van zijn doelpunt. Shota Arveladze is de ontdekking van het jaar 1997. Arveladze: 'Het gaat inderdaad wel lekker. Maar ik denk dat ik pas op zeventig procent van mijn vermogen presteer.' De Georgiër wordt van alle kanten bejubeld. Zelfs Studio Sport-analist Hans Kraay senior kneust zijn tong steeds opnieuw als hij zich te buiten gaat aan loftuitingen, die grotesk zouden zijn, als ze de werkelijkheid niet zo dicht zouden naderen. En dat terwijl de NOS hem toch echt niet heeft gecontracteerd vanwege zijn hilarisch enthousiasme. 'In het begin was het moeilijk,' zegt Arveladze. 'Maar het welkom hier was zeer hartelijk. Ook doordat mijn spel niet tegenviel en het elftal goed presteerde. Toen ik naar Turkije ging, moest ik me aanpassen aan de daar geldende algemene cultuur en de voetbalcultuur. Nu moest ik me opnieuw aanpassen, maar voor mijn gevoel is dat toch redelijk snel verlopen. Ik was verbaasd hoe de training hier verliep. De spelers zelf besteden er veel aandacht aan. Zelfs de training op de dag voor de wedstrijd wordt serieus afgewerkt. Daardoor leer je veel.' Op tactisch gebied moest Arveladze wennen aan een nieuwe manier van voetbal. Vooral ook door de trainingen kreeg hij het Ajax-spel snel onder de knie. De techniek is aangeboren, van God gegeven en wordt nog altijd met zorg onderhouden. Arveladze: 'Nog altijd oefen ik mijn techniek met een klein balletje. Dat doe ik al sinds ik een jongen was.' Arveladze heeft naast het klassikale onderricht dat buitengewoon hoogleraar Olsen verzorgt, zo zijn eigen aanvullende trainingsprogramma. Arveladze: 'Ik doe aan yoga om mezelf fit en lenig te houden, zowel lichamelijk als geestelijk. En bij psychologische dingen word ik nog altijd bijgestaan door Jemal Chimakadze, de trainer die mij en mijn broer van jongs af aan begeleidt. Hij weet precies hoe ik in elkaar zit en hoe ik moet omgaan met dingen als wedstrijdspanning, persoonlijke problemen en dergelijke. Hij is een vriend van onze vader en staat ons al bij sinds we kleine jongens waren. In Turkije woonde hij bij ons, maar momenteel woont hij weer in Georgië. We hebben regelmatig telefonisch contact.' Intuïtie Georgië is een uitvoerland van voetballers. De povere financiële middelen die Georgische clubs ter beschikking staan, zorgen ervoor dat de talenten gemakkelijk uitwaaieren over de hele voetbalwereld. De bekendste spelers zijn: Temur Ketsbaia, hij speelt bij Newcastle United, Georgi Kinkladze van Manchester City, Mikhail Kavelashvili en Georgi Nemsadze van Grasshoppers en natuurlijk de broertjes Arveladze. Archil maakt furore bij NAC, maar op dit moment is toch Shota Arveladze de nationale held. Omdat hij bij Ajax speelt, en scoort, en goed speelt, en in de basis staat. Zonder het zelf te weten was hij heel zijn leven al een Ajacied. Hij heeft het onvoorspelbare en het creatieve waarmee Ajax over de hele wereld naam heeft gemaakt. Ook zijn collega's stonden versteld van de kwaliteiten van de Georgische aanwinst. Niet alleen kon hij bij de grondoefeningen zonder iets te breken zijn benen in zijn nek leggen, als een artiest van het Chinese staatscircus, maar ook bleek hij het vermogen te hebben op cruciale momenten te scoren. Met Arveladze in de ploeg is Ajax zelfs in verloren positie niet kansloos. Arveladze: 'Ik speel nog steeds op intuïtie. Maar ik moest wel het een en ander overwinnen om dat gevoel weer de ruimte te geven. Misschien was ik te veel geïmponeerd door de naam Ajax en de namen van de spelers die hier of elders al zo veel gewonnen hebben. Ik dacht in het begin te veel na bij wat ik deed. Dat was eigenlijk uit eerbied voor mijn collega's. Toen we naar Nederland kwamen vroeg ik AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1998

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1998 | | pagina 25